Geboorteherinneringen
‘Wat nou weer?’ Maandenlang al worstelde ze met stress over een buurman die was veranderd van aardig naar te gretig om te helpen en vervolgens naar het monitoren van al haar komen en gaan. Ze trok zich terug omdat het steeds ongemakkelijker werd en toen haar auto werd beschadigd, sommige van haar eigendommen werden vernield en er opzettelijk een zaklamp op haar slaapkamerraam werd gericht, ontstond er bij haar een toenemend gevoel van totale onveiligheid. Het begon met frustratie, toen boosheid en vervolgens doodsangst, nervositeit bij het verlaten van haar huis en hyperalertheid uit angst om gevolgd te worden. Als ze thuis was, maakte ze zich zorgen; tijdens haar kerstvakantie bij familieleden kilometers ver weg maakte ze zich zorgen over wat er zou gebeuren terwijl ze afwezig was en over wat er zou gebeuren bij thuiskomst. Haar geest was overactief en ondanks de steun van de autoriteiten voelde ze zich hulpeloos en alleen.
Ze had me gevraagd om een Compassionate Inquiry-sessie met haar te doen, zodat ze wat meer duidelijkheid zou krijgen over wat haar zo bang maakte voor de situatie. Ze voelde zich voortdurend gespannen en probeerde constant te anticiperen op wat er zou kunnen gebeuren. Toch voelde ze zich machteloos; waar kwam dat vandaan?
Terwijl ze me het verhaal vertelt, vraag ik haar wat ze waarneemt in haar lichaam. Ze voelt zich bevroren, een verkramping in de borstkas als een inflexibel blok en de angst maakt haar wat misselijk. Terwijl ze spreekt, trekt ze haar schouders op en ik vraag haar om die beweging een beetje te overdrijven: schouders iets meer naar voren, de spieren iets meer aanspannen… Ze heeft haar ogen dicht en zegt dat ze zich hulpeloos voelt en in haar keel een misselijk gevoel heeft dat ze nog niet eerder heeft opgemerkt. Ze heeft moeite om bij de fysieke sensaties en de emoties te blijven die gepaard gaan met het gevoel van hulpeloosheid. We zijn samen stil terwijl ze de sensaties in haar lichaam voelt en ik houd haar vast met mijn aanwezigheid. Ik kijk aandachtig naar mijn scherm om te zien hoe ze beweegt, om te luisteren naar het volume van haar stem, om de woorden die ze spreekt te laten bezinken.
Plotseling komt er heel intuïtief iets bij me op; ik vraag haar of ik een observatie en een vraag met haar mag delen en ze stemt toe. ‘Terwijl ik naar je keek, hoe je jezelf klein maakte en je hoofd naar voren boog, vroeg ik me af… weet je hoe je geboorte verliep?’ Ze pauzeert slechts een seconde en vertelt me dat haar geboorte was ingeleid. Ze kwam vier weken te vroeg, omdat de navelstreng om de placenta gewikkeld was en ze in gevaar was. Toen ze geboren werd, had ze een zuurstoftekort; ze snakte naar lucht in haar longen, en na een kort moment bij haar moeder werd ze in een couveuse gelegd. Gedurende drie dagen werd ze nauwelijks aangeraakt en was ze het grootste deel van de tijd alleen. Ik vraag haar hoe het moet zijn voor een baby om te vroeg geboren te worden, om je kortademig te voelen, bijna te stikken, in totale nood te verkeren, en dan vrijwel alleen te worden gelaten. ‘Heel eng’, zegt ze. Ik kijk haar aan: ‘Heel eng…? Waar was je mogelijk bang voor, terwijl je daar zo alleen lag?’ Ze wacht, denkt na en zegt: ‘Gaat het wel goed met me?’, ‘Komt er iemand voor me?’, ‘Wat moet ik doen als ze niet komen?’ Haar keuze van analytische woorden lijkt niet te passen bij de angstige blik op haar gezicht of het verzwakte volume van haar stem en ik zeg: ‘Kan het zijn dat je doodsbang was, vervuld van angst dat je zou sterven…?’ De tranen komen weer: ‘Misschien dacht ik dat het het einde was… en ik voel me vaak doodsbang, inderdaad, en ik vind het ondraaglijk om alleen te zijn, volledig losgekoppeld van mezelf…’ We nemen de tijd om dit gevoel van levensbedreigende eenzaamheid aanwezig te laten zijn. Zo kan ze ervaren dat ze deze emotie deze keer kan overleven – dat ze de intense eenzaamheid in feite al hééft overleefd.
Dan vervolgt ze: ‘Er moet een gevoel zijn geweest van ‘Wat nou weer? Wat is het volgende dat me gaat overkomen?’ Terwijl ze de zin uitspreekt, beseft ze dat dit is wat ze zich al maanden afvraagt met betrekking tot haar buurman en ze schudt haar hoofd: ‘Je hebt me dit eerder horen zeggen, letterlijk…’ Ik knik in stilte en nadat ze nog meer tranen heeft geplengd, wijs ik erop dat dit een verband is dat ze nu zelf heeft gelegd: ‘Ja… dit is een enorme realisatie’, zegt ze en we zijn ons allebei bewust van het ongelooflijke spiegelbeeld van het verleden in het heden.
We duiken wat dieper in aspecten van wat ze net heeft ontdekt en ze zegt dat de kwetsbaarheid van hulpeloosheid haar angst veroorzaakt. We concluderen echter dat ze nu niet zo hulpeloos, machteloos en eenzaam is als toen. Terwijl we nadenken over alles wat ze in dit een uur durende onderzoek heeft gezegd, kijken we ook naar haar energetische aanwezigheid wanneer deze angst de overhand neemt. Wat straalt ze uit met dit gevoel van machteloosheid dat op een bizarre manier haar buurman zou kunnen ‘verleiden’? Om misverstanden te voorkomen… dit gaat niet over ‘victim blaming’, het slachtoffer de schuld geven, maar over erkenning voor het feit dat haar vroegste ervaringen buiten de veilige baarmoeder die van existentiële paniek en angst voor de dood waren. Dit heeft een enorme indruk op haar gemaakt die ze met zich meedraagt en uitstraalt, ondanks alle geweldige prestaties die ze in haar leven heeft behaald.
‘Echte verbinding voelt voor mij als een grote, koesterende knuffel’, vertelt ze, ‘maar ik heb zoveel ervaringen in mijn leven gehad waarbij het gevoel gerustgesteld en gekoesterd te worden ontbrak dat het voor mij behoorlijk moeilijk is geworden om anderen te vertrouwen. Ook houd ik er niet van om steeds gecontroleerd en in de gaten gehouden te worden en tegelijkertijd is alleen zijn en me alleen voelen een groot thema in mijn leven geweest…’ Ze is weer in tranen, nog steeds bezig met het verwerken van het feit dat dit alles, hoezeer het ook verbonden leek te zijn met ervaringen in haar jeugd, een veel eerdere oorsprong lijkt te hebben.
De volgende dag stuurt ze me een berichtje: ‘Als baby was ik doodsbang en alleen, en vroeg ik me af wat er zou gebeuren, was ik bang dat ik zou sterven… Als ik door deze gevoelens [van hulpeloosheid] word gegrepen, denk ik ook: wat gaat er nú weer gebeuren, want dit voelt als de dreigende dood. Het is logisch dat deze hele situatie zo heftig voor me is. Dankjewel voor je tijd vandaag. Dit was een levensveranderende sessie voor mij.’ Ze voegt toe dat ze die dag een prachtig gesprek met haar moeder heeft gehad, over dat die had gezegd tegen de verpleging die haar naar huis wilde sturen: ‘Ik laat mijn baby niet achter!’ Wat een wonderschone en ontroerende stroom van helende gebeurtenissen…