De ervaringsdeskundige, Aflevering 1 – Deze week: Elizabeth, Deel 3

De fijne, en soms pijnlijk lastige balans tussen gehechtheid en authenticiteit

Vorige week spraken we over de impact van schaamte en verbroken verbinding als hindernissen voor het gevoel er echt bij te horen. Deze week duiken we dieper in de fijne en soms pijnlijk lastige balans tussen gehechtheid en authenticiteit.
We beginnen met Elizabeth te vragen naar het moment en de wijze waarop ze, terugkijkend op haar kinderjaren, tot de conclusie kwam dat dingen met elkaar verbonden waren. “Ik had onlangs mijn intake bij een psycholoog en die stelde ook ongeveer deze vraag [gelukkig!]. Wat me echt heel scherp is bijgebleven, is het gevoel altijd op mijn tenen te lopen, omdat ik nooit wist waarover mijn moeder zou ontploffen. Ondanks alle leuke dingen op school en het sporten en het ontbreken van financiële zorgen… zodra ik thuiskwam, moest ik heel voorzichtig zijn, want alles kon tot een explosie leiden.”

We merken op dat haar moeder veel meer aanwezig is in haar herinneringen dan haar vader: “Absoluut. Mijn moeder was de hoofdrolspeler. Mijn vader en ik hebben nooit een slechte relatie gehad, ook al was ik boos dat hij ons niet verdedigde, vooral als bij haar echt uit de hand liep, maar ik voelde nooit enige vijandigheid naar hem toe. Het voelde als ‘good cop, bad cop’ en mijn moeder was absoluut de bad cop.” Ze lacht, maar niet blij of oprecht. Ze pauzeert en vervolgt: “Ik heb een heel duidelijke herinnering aan de keer dat mijn moeder me in het gezicht sloeg bij een gelegenheid waarbij ik mijn zusje dwarsboomde. Ik was daar heel goed in. Mijn moeder werd boos en sloeg me. Zoiets gebeurde echter niet vaak, en als het gebeurde, denk ik dat ik het verdiende; ik was een verwend nest. Het is apart, want als ik aan het woord ‘mishandeling’ denk, zou ik het nooit op mezelf toepassen. Als iemand naar me toe zou komen en me zou vertellen dat ze samenwoont met iemand die haar constant uitscheldt en schreeuwt en haar slaat, zou ik zeggen: “Wegwezen daar!”” Maar hoewel dat in feite de relatie is die ik met mijn moeder had, ik zou het label van mishandeling nooit op mezelf plakken, vroeger niet en nu ook niet. Waarom niet? Nou, het is een zware term en zoveel mensen zijn veel slechter af dan ik, dus ik heb het gevoel dat ik niet het recht heb om dat label te gebruiken voor wat er met mij is gebeurd. Het zou voelen alsof je anderen onrecht aandoet.” In de stilte die volgt, horen we de meeuwen weer luid schreeuwen. “Ja”, vervolgt ze, “ik hoop hier binnenkort met mijn psycholoog over te praten!” Met haar lach, waarbij we aanhaken, doorbreken we de opgebouwde spanning.

Jezelf negatieve etiketten opplakken, verteerd worden door schuld en schaamte, je levensverhaal als minder waardevol of minder bijzonder zien, is een veel voorkomend denkpatroon in onderzoek naar trauma. Wanneer we doorkrijgen dat degenen die ons zouden moeten koesteren en beschermen, zodat we ons gelukkig en levendig en veilig voelen, degenen blijken te zijn die ons pijn doen en maken dat we ons niet thuis voelen en eenzaam zijn, maakt ons dat bang, onzeker en verdrietig. Dit kan ons wereldbeeld zozeer vernietigen dat we irrationele verklaringen gaan zoeken voor wat er is gebeurd. Als gevolg hiervan kunnen we onszelf klein maken en naar beneden praten en onszelf wijsmaken dat het niet zo erg was, en dat we dat wat ons overkwam, waarschijnlijk verdienden. We vertellen onszelf daarmee een verhaal dat maar één doel heeft, namelijk onszelf te redden uit een gevoel van diepe angst voor totaal ten onder gaan, het helemaal niet waard te zijn om te bestaan. Dit kan ons op korte termijn redden, maar de toxische stress bouwt zich op en door het gebrek aan bufferende bescherming van een zorgzame, attente volwassene raken onze systemen op de lange termijn ontregeld. Dit hoeft echter niet altijd voor iedereen het geval te zijn. Een belangrijke vaardigheid als ouder is om te weten wanneer en hoe je naar je kind toe meer gezaghebbend (niet autoritair) kunt zijn, zodat er een veilige hechting ontstaat. Als de gehechtheid echter onveilig is en de authenticiteit van het kind niet gezien mag worden, werkt dit bijna voor niemand goed uit, voor het kind noch voor de ouder. Dit is het thema van de strijd tussen authenticiteit en gehechtheid waar onder meer Gabor Maté en Ingeborg Bosch nader op ingaan.

We blijven ons afvragen: “Is het niet vreemd dat we als kinderen het gevoel kregen dat we zo’n benadering van onze ouders verdienden?”Elizabeth reageert: “Mijn ouders noemden me respectloos, omdat ik altijd een antwoord terug had. Het ergste was echter de emotionele manipulatie, niet de fysieke mishandeling. Het was echt het emotionele aspect. Ze kon gewoon gillen, gillen, gillen tegen me, schreeuwen, me uitschelden, me het gevoel geven dat ik een manipulatief persoon ben. En dat is iets wat ik tot op de dag van vandaag nog steeds geloof, want dat heeft ze me altijd verteld. Het werd een deel van mijn identiteit, dit gevoel van ‘ik denk dat dat gewoon is wie ik ben, een manipulatief persoon’.”
We lichten toe dat dit behoorlijk zelfdestructief kan zijn. Wanneer je als kind dergelijke kwalificaties maar vaak genoeg hoort, dan ga je er waarschijnlijk in geloven en dan je je misschien zelfs ook zo gedragen. Ze deelt een aantal zeer droevige herinneringen: “Ik was rond de 12 of 13 en veel van mijn vrienden hadden anorexia. Ik heb zelf ook een eetstoornis ontwikkeld en ik herinner me dat mijn ouders me nauwelijks steunden: ‘Dit is zo’n bullshit; je bent gedraagt je als een klein kind.’ Ze brachten me naar een kliniek voor therapie en zelfs jaren nadat de stoornis was opgelost, zei mijn moeder wanneer ik geen zin had om te eten of zoiets: ‘Oh, niet weer deze shit…’ Die momenten horen bij de grootste dieptepunten in mijn leven, dat ik me realiseerde dat ze me niet serieus nam bij de dingen die moeilijk waren voor me. Het kon haar niet echt wat schelen of, als het haar wel wat kon schelen, liet ze dat wel op een heel rare manier merken.”

“Hadden je zussen dezelfde problemen met je ouders?” Ze is heel vastberaden: “Nee, het betrof alleen mij! Zij gingen er op heel andere manieren mee om. Ze waren erg goed in het niet provoceren van mijn moeder en geen knuppels in het hoenderhok gooien. Ik ergerde mijn ouders constant, praatte terug en ging met plezier de strijd aan. Mijn beide zussen leerden het spel beter te spelen, denk ik, terwijl ze me ook als de oudere zus zagen en beseften dat ze het niet wilden doen zoals ik deed.” Op de vraag wat ‘het spel’ was, antwoordt ze onverschrokken: “Oh, hoe mam niet pissig te maken, hoe de vrede in huis te bewaren!” We bieden een alternatieve optie: “Maar wat als het spel zou zijn ‘hoe blijf ik het dichtst bij mijn authenticiteit’, misschien ben jij dan de winnaar …?” Ze kijkt, pauzeert en knikt dan: “Ja, zeker… Ik was eigenlijk geschokt toen ik van mijn zussen hoorde dat ze zich emotioneel precies zo voelden als ik. Ze gingen er alleen anders mee om. Ik sprak altijd mijn mening uit, en daardoor leidde alles voortdurend tot strijd, terwijl zij gewoon ‘ja mama’ zeiden en naar hun kamer gingen. Ik denk dat mij goed observeerder en de consequenties leerden kennen.” We vragen ons af of ze, terugkijkend, wenst dat ze de situatie anders had aangepakt en ze antwoordt met een volmondig ‘Nee!’ “Ik ben blij dat ik hoe dan ook trouw ben gebleven aan mezelf, ook al heeft het me veel pijn gekost. Ik denk niet dat ik daar gewoon zou kunnen zitten en alles zou pikken; dat is gewoon niet hoe ik ben. Welke persoonlijkheid ik in die jaren ook heb ontwikkeld, alles heeft me geleid naar waar ik nu ben en naar het fantastische leven dat ik nu leid. Dus, hoe kan ik er spijt van krijgen als ik zo gelukkig ben met waar ik nu sta?”

We vieren deze conclusie met Elizabeth mee en vragen ons af of ze het gevoel heeft dat bepaalde aspecten van haar jeugd bijzonder relevant zijn voor haar persoonlijke ontwikkeling in haar leven. “Ik denk dat ik tot op de dag van vandaag een onverzadigbare nieuwsgierigheid heb die voortkomt uit alle activiteiten waaraan ik als kind heb mogen deelnemen. Die gretigheid voedt mijn liefde voor reizen, mijn liefde voor echte ‘nerd’ dingen en mijn wens om een ​​master te behalen in het vakgebied dat ik heb gekozen. Dat vind ik heel leuk aan mezelf. Ik heb veel kunnen doen, zolang het maar niet buiten het domein van mijn ouders was. Ze waren rond mijn 18e bijvoorbeeld heel duidelijk over het niet financieren van mijn universiteit als het geen christelijke opleiding was: ‘Ga gerust naar een seculiere school, maar dan sta je er alleen voor’, zeiden ze.”

Dan: “Mijn moeder noemde me altijd manipulatief. In zekere zin had ze gelijk: ik kan dat wel zijn; Ik probeer meestal mijn zin te krijgen. Ik schijn ook het humeur van mijn moeder te hebben geërfd, het heethoofdige, ‘kom-maar-op-want-ik-vecht’-achtige. Woede is vaak mijn eerste reactie in geval van frustratie en dit was echt iets waaraan ik moest werken toen mijn partner en ik gingen samenwonen; ik moet andere manieren vinden om mijn woede te kanaliseren. Het feit dat hij zo’n geweldig persoon is en echt niet-confronterend, is zo behulpzaam geweest. Ik ben veel reflectiever geworden over mijn eigen gedrag en ik kan om feedback vragen over hoe ik heb gereageerd en mijn excuses aanbieden wanneer dat nodig is. Me verontschuldigen maakte me altijd zo ongemakkelijk; ik wilde gewoon niet toegeven dat ik ongelijk had…’ Ze klemt haar tanden op elkaar als ze denkt aan hoe het voor haar voelde en schudt haar hoofd. “Nu kan ik zeggen ‘kijk, het spijt me; kan ik het goedmaken met je?’ en dat voelt heel goed. Het is zo’n verschil…” Mijn moeder heeft nooit haar excuses aangeboden aan ons, nooit, niet aan mij en mijn zussen, en niet aan mijn vader. Ik heb nooit geleerd hoe ik mijn excuses moet aanbieden aan anderen. Pas later leerde ik dat je dat moet kunnen, als je dingen met mensen wilt oplossen.” Ze vertelt hoe ze de laatste periode, in COVID-tijd, wat meer contact met haar moeder heeft gehad, hoewel het vertrouwen dat nog over was, zwaar beschadigd is. “Ik wil de ervaring die mijn moeder met haar moeder had niet herhalen, om aan haar sterfbed te staan en het gevoel te hebben dat we nooit hebben geprobeerd om dingen op te lossen. Ze is alleen nog steeds niet erg zelfbewust en het zou moeilijk voor me zijn om met haar te praten over alles wat er is gebeurd zonder haar te beschuldigen of haar in de verdediging te laten schieten.’

Volgende week zullen we het hebben over slechte gewoonten en verslaving, vermijden ze onder ogen te zien, en het genezingsproces dat door onvoorwaardelijke liefde wordt ondersteund.

Geplaatst in Interviews ervaringsdeskundigen.