Deze week starten we met een serie over ervaringsdeskundigheid met ACE’s. We delen een aantal blogs met je die zijn gebaseerd op een interview met Elizabeth (pseudoniem). In het gesprek dat we met haar hadden, was ze geweldig moedig en open en we voelen ons vereerd dat we met ons publiek de inzichten mogen delen die ze in de loop der jaren heeft gekregen en waarover ze met ons sprak. Houd ons blog in de gaten de komende weken!
Wanneer de herinnering aan de kindertijd verdwenen lijkt
Er werd veel regen verwacht voor vandaag, maar tegen de tijd dat we op de fiets het station verlaten is het droog. We doorkruisen de stad met een telefoon in de hand zodat de GPS ons naar haar huis kan leiden. Elizabeth had verteld hoe blij ze was met hoe haar leven het afgelopen jaar was veranderd. Enthousiast vertelde ze over het nieuwe, mooiere en veel goedkopere appartement dat zij en haar partner hadden gevonden, hoe ze eindelijk een verblijfsvergunning had om de komende vijf jaar in Nederland te blijven en te werken, en hoe ze een baan kreeg bij een liefdadigheidsstichting in een zeer internationaal team.” Alles waar ik zo gestrest en verbitterd over was, is opgelost en ik voel een overweldigende vreugde!”, had ze gezegd. Toch was ze zich nog steeds zeer bewust van wat ze eerder zo moeilijk had gevonden. Nu ze eindelijk meer ruimte in haar hoofd voelde, had ze besloten dat ze naar een psycholoog wilde en dat ze de problemen uit haar vroege jaren wilde aanpakken. Ze wilde schoon schip maken met ‘alle shit die naar boven kwam’, zoals ze het noemde: “Ik ga er nu eindelijk prioriteit aan geven om te genezen van het verleden!” Ongeveer een jaar eerder hadden we het werk van John Bowlby besproken en nadat ze twee titels van iemand had geleend, besloot ze die zelf aan te schaffen, omdat ze er dieper in wilde duiken. Onze uitnodiging om haar te interviewen leek goed bij dat doel te passen en we sluiten niet uit dat de bijeenkomst intens wordt.
We bellen aan en via de intercom zegt ze dat ze naar beneden komt. Als ze de deur opent, barsten we alle drie uit in een grote glimlach. Wat mooi om elkaar weer te ontmoeten na zo’n lange tijd! We begroeten elkaar en dan gaat ze ons voor naar boven. Een eerste trap, een tweede, een steile klim langs wit geschilderde muren en een witte, mooi uitgesneden houten trap. Bovenaan opent ze de afgesloten deur naar nog een derde trap en dan zijn we in hun knusse appartement, waar het daglicht van beide kanten binnenstroomt. De woonkamer heeft een comfortabele bank in één hoek, met zicht op een groot tv-scherm, en een ronde tafel met vier stoelen in de andere, planten op verschillende plaatsen, een studeerhoek aan de overzijde van de kamer, de keuken ertussen, pannen en keukengerei op een lang aanrecht waarvan de achterwand langs de trap loopt waar we naar boven zijn gekomen, magneetdoosjes met kruiden op de koelkast, verschillende theesmaken aan de zijkant ervan, een slaapkamer met een veelkleurig, bloemrijk dekbedovertrek en een oliebrander met een brandende kaars in de badkamer. Het is duidelijk dat ze zichzelf in dit huis een thuis hebben gecreëerd en het is goed om haar opgewekt en stralend te zien met een nieuw kapsel.
Ze zet thee en koffie voor ons en nadat we hebben bijgepraat over wat we hebben uitgespookt, beginnen we aan het interview. We leggen uit dat we wel vragen hebben voorbereid, maar voegen er voor de grap aan toe dat het interview meer ‘semi’ dan ‘gestructureerd’ zal zijn . We lachen allemaal om de vertrouwdheid van de terminologie. We zeggen dat ze met de vragen iedere richting kan kiezen die ze wil. Ze kan ze zo diep of zo oppervlakkig beantwoorden als waar ze zich goed bij voelt. Ze knikt en lijkt te popelen om te beginnen. Meteen vanaf de eerste vraag, over wat ze zich kan herinneren uit haar vroege jeugd en welke periode daarin bijzonder relevant lijkt, raakt Elizabeth aspecten van jeugdtrauma aan die zeer kenmerkend zijn. Ze denkt na en antwoordt: “Na jullie uitnodiging voor een interview, realiseerde ik me dat ik me eigenlijk niet veel meer herinner van mijn kindertijd. Ik herinner het me echt niet meer.” Ze bevestigt onze opmerking dat dit op zich interessant is: “Ja, en het is apart, want mijn zus heeft bijvoorbeeld een haarscherpe herinnering aan heel veel dingen en die kan dan zeggen ‘weet je nog toen we dit en dit deden?’, en ik heb dan zoiets van ‘nee, geen idee…’ Ik voelde me er een beetje raar, een beetje ongemakkelijk bij, vooral omdat veel mensen met wie je praat van die herinneringen en ervaringen hebben van toen ze heel klein waren, en voor mij is het bijna alsof het er niet eens is, alsof het is uitgewist… Het is ongemakkelijk, maar ik ervaar het niet als verontrustend. Het is een beetje ‘het is wat het is’.”
Hoewel het gebrek aan herinneringen voor Elizabeth misschien niet al te verontrustend is, verdient haar ervaring een nadere blik. De wetenschap vertelt ons dat wanneer we ons onveilig voelen en onze stressniveaus stijgen, we veelal een van meerdere mogelijke overlevingsstrategieën hanteren: vechten, vluchten, bevriezen of veinzen (de neiging om onze ’tegenstander’ te plezieren of te paaien). Onze hormonale toestand wordt zodanig dat we volledig alert zijn en klaar om te ontsnappen aan het gevaar dat ons bedreigt. Dit brengt ons in een ‘veilige modus’, waar ons evolutionair oudere oerbrein (voornamelijk verantwoordelijk voor de meer basale functies) het overneemt, en onze evolutionair nieuwere neocortex (voornamelijk verantwoordelijk voor de meer complexe en analytische functies) niet langer het stuur in handen heeft. Het feit dat we in stresssituaties gefocust zijn op overleven en het hervinden van veiligheid, zorgt ervoor dat onze hersenen herinneringen niet zo goed verwerken en opslaan als wanneer we ons in een niet-gestreste, veilige toestand bevinden, waarin we aandacht kunnen besteden aan onze omgeving en die kunnen integreren in ons geheugen. Als deze toestand weken, maanden of jaren aanhoudt en we het gebied betreden van (chronische) ‘toxische stress’, kan het kortetermijngeheugenverlies inderdaad een algemene toestand worden van langdurige ‘amnesie’. Natuurlijk kunnen we nooit zeker weten of dit het geval was voor Elizabeth, maar dit is een veelvoorkomend scenario, dat gezien haar verhaal niet al te vergezocht lijkt.
Er is echter genoeg dat Elizabeth wel weet en heeft onthouden. Ze is de oudste van drie en haar familie is voor haar eerste verjaardag naar een ander deel van het land verhuisd. Minder dan een jaar later verhuisde ze weer en daar groeide ze op in een buitenwijk van een grote stad, een plek waar grote gezinnen allemaal blank waren, allemaal behoorlijk welvarend, allemaal met 2,5 kinderen, en allemaal in het bezit van een tuin met een gazon met een hek eromheen. “Zo’n plek is zo walgelijk stereotiep”, zegt ze, terwijl ze haar hoofd schudt en met haar ogen rolt. “Het was een heel homogene en christelijke omgeving; ik had geen zwarte vrienden en ik had echt het gevoel dat ik in een bubbel opgroeide.” Op de vraag wanneer ze zich realiseerde dat ze in deze bubbel leefde, zegt ze dat ze het herkende toen ze een tiener was: “Als kind wist ik natuurlijk niets. Een deel van de reden waarom ik naar een ander continent verhuisde toen ik 18 was, was dat ik wist dat er meer moest zijn buiten mijn kringetje. Er moest gewoon meer zijn dan de omgeving waaraan ik gewend was. Ik was benieuwd hoe de echte wereld eruit zag, en niet alleen dit kleine hoekje, waar de meeste van mijn vrienden rijke ouders hadden (inclusief de mijne), grote huizen, vakanties in het buitenland… noem maar op. De scholen daar worden door de overheid gefinancierd uit de onroerendgoedbelasting die door de omliggende huizenbezitters wordt betaald, wat betekent dat als je een rijke buurt hebt, je school goed gefinancierd wordt, zoals ook de onze. We hadden cursussen om zweefvliegtuigpiloot te worden met uitstapjes naar het vliegveld en al dat soort dingen; het was krankzinnig!”
Ook dit is interessant en verdient een nadere bespreking. Een deel van wat de oorspronkelijke ACE-studie van Anda en Felitti uit 1998 aantoonde, was dat ACE’s niet alleen veel voorkomen onder economisch achtergestelde, arme of minderheidsgemeenschappen. Ze doen zich ook voor in hoogopgeleide omgevingen, onder mensen die het financieel goed hebben en een hoge sociaaleconomische status genieten, maar die emotioneel of qua persoonlijke contacten in armoede leven of die een gevoel van verbondenheid missen, een gevoel erbij te horen. We kunnen er helemaal kapot van zijn, het gevoel geen deel uit te maken van een liefhebbende ‘stam’, van een groep met mensen die ons werkelijk begrijpen, die ons horen en zien en van ons houden, niet ondanks onze eigenaardigheden, maar juist vanwege onze authenticiteit. Mensen zijn gemaakt om zich te verbinden met anderen en als die verbinding er niet is, is gedijen een zware opgave. De meesten van ons beschouwen de omgeving waarin we opgroeien echter als ‘normaal’, omdat die het enige is wat we hebben en het enige wat we kennen.
Het is soms bijna onmogelijk om erachter te komen dat wat je als kind meemaakt, niet normaal, niet eerlijk, niet gezond is. Je leeft met wat je gewend bent en waarmee je van jongs af aan bent ‘gevoed’. Het trieste van zo’n situatie is dat deze vroege ervaringen in hoge mate je opvattingen en overtuigingen zullen vormen. Je gaat misschien denken dat het leven er nu eenmaal zo uitziet; het kan zijn dat je gaat geloven dat dit nu eenmaal de manier is waarop de wereld werkt, dat het normaal is om geen mensen te hebben bij wie je terecht kunt als je je gevangen voelt in eenzaamheid, ellende of gevaar. De schaamte die gepaard gaat met dit gevoel van ‘nooit genoeg’ te zijn, dit gevoel van niks waard te zijn, kan ervoor zorgen dat je je verbergt, dat je terugtrekt en afsluit, in plaats van contact te maken met responsieve anderen. Pas als je wereld groter wordt en je kennismaakt met andere gezins- en gemeenschapsculturen, andere manieren waarop mensen met elkaar omgaan, andere communicatiestijlen, kun je misschien leren om vanuit een ander perspectief naar het leven te kijken. Soms gebeurt dit al op vrij jonge leeftijd, soms pas veel later, waardoor je ook veel meer tijd nodig hebt om te genezen.
De volgende keer zullen we meer te weten komen over hoe Elizabeth de wereld heeft ervaren waarin ze opgroeide.