Een uitnodiging om te schrijven!

Onlangs deelden we met jullie de bespreking van het boek van José Al, ‘Het bevuilde nest. Transgenerationeel trauma’. Er is duidelijk grote belangstelling voor dit thema, want het blog is enorm goed gelezen en veel gedeeld. Dat is begrijpelijk, want dit is een thema dat, vaak onzichtbaar en onbesproken, ongetwijfeld veel meer mensen raakt dan je zo op het eerste oog zou denken.
Emotionele en fysieke verwaarlozing, misbruik door je beide ouders… het zijn geen onderwerpen die zich zomaar overal en met iedereen laten bespreken. Je komt er niet vrolijk mee voor de dag. Door de pijn en vaak ook de schaamte die ermee gepaard gaan, worden zulke ervaringen soms pas na jaren en jaren gedeeld met dierbare anderen. Wat weet je in deze context eigenlijk over je buren, over collega’s, over de vriendjes en vriendinnetjes van je kinderen? Wat weet je over je broer(s) of zus(sen), zeker in een groter gezin, waar de ervaringen per kind soms enorm verschillen? En misschien zelfs… wat weten we over onszelf? Hoe diep hebben we dingen weggestopt om te kunnen overleven onder moeilijke omstandigheden? Wat kunnen we slechts gedoseerd toelaten tot ons bewustzijn, omdat we anders overweldigd raken door de angst, het verdriet en de pijn?

De verhalen in ‘Het bevuilde nest’ bieden ons een inkijkje in wat het betekent om in een onveilige setting op te groeien. Toch hoeft het niet eens zo intens en dramatisch te zijn als in het boek om toch sporen na te laten. Dat komt doordat Er wordt door een blik, een geur, een woordkeuze, een lichaamshouding of nog iets anders iets in ons geraakt dat ons in een flits terugbrengt bij een blik, een geur, een woordkeuze of een lichaamshouding van dat onveilige vroeger. Veel van wat zich in het nu lijkt te voltrekken, is in feite een herinnering aan destijds. Het brengt ons terug naar een fase in ons leven waarin we nog onvoldoende overzicht en zelfstandigheid hadden om onszelf te reguleren. We begrepen niet wat er gebeurde. We voelden ons angstig, eenzaam, verdrietig, en konden ons niet losmaken van de omstandigheden. We waren afhankelijk van de mensen bij wie we ons onveilig voelden. Ze zeiden dingen waardoor we het idee kregen dat we niet goed genoeg waren, dat we er in onze meest authentieke vorm niet werkelijk mochten zijn. We hielden ons stil en pasten ons aan, of kwamen in opstand en sprongen uit de band. Linksom of rechtsom verloren we echter een belangrijk stuk van de verbinding met ons ware zelf, met onze essentie.

Het doel van ACE Aware NL is veel breder zichtbaar te maken hoe die mechanismes werken. Het is belangrijk om te begrijpen wat zich in dat kinderkoppie afspeelt wanneer je als volwassene bewust of onbewust, bedoeld of onbedoeld, je machtspositie laat gelden. Wat gebeurt er, wanner je er niet in slaagt om je kind op een rustige, maar krachtige en betrouwbare manier bij te staan? kind dat onredelijk of onhandelbaar lijkt, is ten diepste vaak boos of angstig of verdrietig. Kun je naar je kind kijken en door diens ogen de situatie bezien? Kun je naar je kind kijken en proberen te voelen dat jij het zelf bent? Hoe voelt het om (in) dat kleine lijf te zijn en naar een grote, boze stem te luisteren, een afkeurend gezicht te zien? Als volwassene kom je misschien niet met je pijnlijke verhaal voor de dag, maar in je gedrag komt je pijnlijke verhaal tóch tevoorschijn. ‘Hurt people hurt people’, zeggen ze in het Engels: beschadigde mensen beschadigen mensen. Hoe meer je je daarvan bewust wordt, hoe meer compassie je zult ontwikkelen. Door zonder oordeel te kijken naar je eigen gevoelens en gewaarwordingen, kun je leren om ook zonder oordeel te luisteren naar het verhaal van de ander. José heeft met haar boek krachtige voorbeelden gegeven van zulke verhalen. We hebben ons samen met haar afgevraagd hoe we het delen van ervaringsverhalen zouden kunnen aanmoedigen. Wanneer verhalen worden gedeeld zonder dat er een oordeel over de verteller wordt geveld, komt er vaak al veel ruimte en een gevoel van erkenning en gehoord worden.

Daarom wilden we de boekbespreking delen, waarover José ons het volgende schreef:
“Ik ben ongelofelijk onder de indruk van deze overweldigend zuivere, intense en waardevolle boekbespreking. De tijd, moeite, energie en uiterste zorgvuldigheid die jullie hierin hebben gestoken, zoveel waardering en liefdevolle positiviteit, zó gezien, gehoord, gevoeld en begrepen te worden is werkelijk overweldigend. Zo mooi gedaan! Wat een waardering voor mijn jarenlange studies, werk en onderzoeken… Ik voel begrip en mededogen en dat betekent heel veel voor me. Dat is niet in woorden uit te drukken.”
Haar missie en de onze sluiten naadloos op elkaar aan en ze heeft een prachtig voorstel gedaan, dat wij in dankbaarheid met beide handen aannemen.

Verdient ook jouw verhaal het om te worden gehoord? Wil jij anderen een hart onder de riem steken? Wil je bijdragen aan het bespreekbaar maken van vroegkinderlijk trauma? Deel dan je verhaal met ons!
Schrijf een tekst van 750-1000 woorden, waarin je (anoniem) jouw ervaring met (seksueel) misbruik, (huiselijk) geweld en/of verwaarlozing beschrijft. Ook als je denkt dat je geen schrijver bent, nodigen we je uit om de (digitale) pen op te pakken: we helpen je graag om het zó op papier te krijgen dat jouw verhaal tot zijn recht komt. Het ACE Aware NL-team kijkt samen met José Al naar de inzendingen en kiest de tien mooiste, meest aangrijpende, inzicht gevende verhalen uit. Ben jij de inzender van één van de tien geselecteerde teksten, dan nemen we contact met je op om tot een versie te komen die als blog op onze website kan worden gepubliceerd. De schrijvers van de tien gekozen verhalen ontvangen een exemplaar van ‘Het bevuilde nest’ van José Al.

Wil je meedoen, stuur dan je verhaal met je naam, je telefoonnummer vanaf een geldig e-mailadres naar info@aceaware.nl en zorg dat het uiterlijk 20 juli bij ons binnen is. Je krijgt een bevestiging van de ontvangst en uiteraard gaan we zeer zorgvuldig en volstrekt vertrouwelijk met je gegevens om.

Schrijven kan zeer helend werken, evenals het lezen van een verhaal dat herkenning en bemoediging biedt. Je bent dus van harte welkom om een tekst in te sturen en zo het maatschappelijk bewustzijn rondom ACE’s te vergroten. We kijken uit naar jullie bijdrages!

P.S.
In een later stadium zullen we een vergelijkbare oproep doen voor zorgverleners. We zetten dan in de spotlights wat hun motivatie is voor het werken met mensen met vroegkinderlijk trauma. Daarover volgt te zijner tijd nader bericht.

Verdient ook jouw verhaal het om te worden gehoord? Wil jij anderen een hart onder de riem steken? Wil je bijdragen aan het bespreekbaar maken van vroegkinderlijk trauma? Deel dan je verhaal met ons!

Does your story deserve to be heard? Do you want to support and encourage others? Do you want to contribute to discussing early childhood trauma? Then share your story with us!

Van elkaar leren: een les over veilige en onveilige hechting, Deel 2

Onlangs ging ons blog over de gastles die ik gaf op een school bij een opleidingsonderdeel waarvan de studenten zelf ervaringsdeskundig zijn op het gebied van onveilige hechting. In een fijne samenwerking werd er veel uitgewisseld en ging de tijd sneller voorbij dan gedacht. Het resterende materiaal verdiende ook nog aandacht en we wilden het niet afraffelen. De oplossing was snel bedacht: een tweede gastles! Ik nam die uitnodiging met plezier aan, want een groep als deze is precies waarvoor we vanuit ACE Aware NL ons werk doen.*

De tweede les was afgelopen woensdag 8 juni. De groep was een beetje anders van samenstelling; een paar mensen van de vorige keer ontbraken en er waren wat nieuwe gezichten.
We begonnen met een korte inventarisatie van wat iedereen was bijgebleven van de vorige keer. Eén van de eersten die sprak, was de mentor (die, net als de eerste keer, intensief en geconcentreerd participeerde in alle oefeningen en gesprekken – prachtig!). De mentor verwees naar de ACE-scoreformulieren die de vorige keer waren ingevuld. Dat er twee mensen met een score 8 en twee met een score 10 waren… dat die studenten dus (bijna) alle verdrietige ervaringen op dat formulier hadden doorgemaakt… dat was heftig binnengekomen en had de mentor zeer geraakt. Ik sloot me daarbij aan en lichtte toe dat ik het daarom heel indrukwekkend vond om te zien dat deze mensen tóch weer de moed hebben opgevat om een opleidingstraject te volgen, om te werken aan hun persoonlijke ontwikkeling en te investeren in hun toekomst. Dat is geen sinecure; dat betekent dat ze waarschijnlijk ergens in de sociale omgeving toch een paar ‘cheerleaders’ hebben die deze uitdaging hebben gestimuleerd. Dat is mooi; dat geeft hoop. Ik benadrukte dat ook de mentor zelf daarin een waardevolle rol vervult door in de groep een veilig klimaat te creëren, zodat de opgevatte moed vaste grond vindt en het leerproces krachtig ondersteunt.

Na de check-in volgde een lichaamsgerichte oefening, waarbij de studenten lopend door de ruimte konden ervaren hoe het is om dicht bij iemand anders in de buurt te zijn. voelt het, als je vlak naast elkaar staat? Bevindt die ander zich in jouw persoonlijke ruimte? Kun je dat verdragen of voelt het bedreigend? En als dat laatste het geval is… wat doet dat dan met je lichaamsfuncties? Gaat je hart sneller kloppen? Krijg je het warm? Je lichaam spreekt vaak luid en duidelijk!
Ze stonden in tweetallen naast elkaar en koppelden terug wat ze hadden ervaren. Voor sommigen voelde het prima, iemand anders voelde zich gejaagd door zoveel nabijheid. Eén persoon zei melig te worden van degene ernaast – positief, want melig worden en samen lachen is heerlijk en geeft een gevoel van ontspanning en veiligheid, terwijl veiligheid tegelijkertijd een voorwaarde is om samen tot die ontspanning te komen.

Het lijkt zo simpel: naast iemand staan. En toch kunnen juist dat soort simpele dingen heel ingewikkeld en beangstigend voelen als je vanuit overlevingsstrategieën voortdurend op je hoede bent. Met iemand zo dicht naast je, kun je het overzicht niet goed bewaren. Je kunt (letterlijk) niet op een afstandje afwachten en de kat uit de boom kijken. Het lijkt alsof de ander aanduwt tegen de muur die je om jezelf heen hebt gebouwd ter bescherming tegen dreiging van buitenaf. Blijft je muur staan of valt die een beetje om…? En zo ja… wat dan?
En als er dan vervolgens wordt gevraagd je naar elkaar toe te draaien en elkaar in de ogen te kijken, elkaars blik vast te houden en je ogen niet af te wenden… dan komt het allemaal wel (alweer letterlijk) heel dichtbij. Enerzijds willen we als mens worden gezien, maar kunnen we het aan dat iemand ons werkelijk in de ziel kijkt? Hoe lang houden we dat vol? Wanneer wordt het ongemakkelijk? Wanneer willen we ons losmaken uit die verbinding? Wanneer is het genoeg geweest?

Het experiment duurde niet zo heel lang, maar lang genoeg om te voelen hoe intens het is elkaar zo nabij te komen. Ook dit was een oefening die is verbonden met veilige en onveilige hechting. Hoe vaker je te maken hebt gehad met situaties van onveiligheid en hoe meer je (letterlijk of figuurlijk) ‘over het hoofd bent gezien’, hoe moeilijker het vaak is om diep en open oogcontact te maken. Je kunt de neiging krijgen je te verstoppen, zodat het allemaal niet zo kwetsbaar voelt.
Er ontspon zich naar aanleiding van deze oefening een prachtig mooi gesprek, waarin de studenten aangaven in welke situaties ze dit moeilijk vonden en hoe het kan worden ervaren als een test om te zien ‘wie het het langste volhoudt’ – wie de baas is, wie de overmacht heeft, wie de dienst uitmaakt. Dat is een heel andere associatie dan: ‘Ik blijf je ogen vasthouden, want ik wil JOU vasthouden. Ik wil je kennen en je zien. Ik wil door jou worden gekend en gezien. Ik laat je niet los.’ Ook hier spelen ervaringen uit het verleden een rol voor de beleving in het heden.

Nadat iedereen de eigen stoel weer had opgezocht, gaf ik aan dat we even wat ‘hardcore’ theorie zouden doornemen. Zo legde ik onder andere uit wat er onder hechting wordt verstaan, dat vroege hechtingsstijlen vaak een leven lang bij iemand blijven, en wat het verschil is tussen veilige en onveilige hechting (angstig, vermijdend, gedesorganiseerd). We spraken over hoe belangrijk het is dat een kind op de ouder(s) kan vertrouwen en dat signalen worden opgevangen en goed worden geduid en beantwoord. filmpje met het ‘still face experiment’ van Edward Tronick laat dat op indringende wijze zien en één van de studenten brak daardoor – de tranen vloeiden. Een medestudent sloeg een troostende arm om de klasgenoot heen en een derde reikte zakdoekjes aan. Met z’n allen zwegen we even – we stonden zo stil bij het verdriet van deze mens onder ons, zonder te fixen, zonder te praten, zonder oordeel, maar mét veel compassie. Er waren meer mensen die deze twee minuten maar amper konden verdragen en ook ik zelf schoot vol, terwijl ik dit filmpje al zo enorm vaak heb gezien. Ik kan er niet aan wennen; het grijpt me iedere keer opnieuw bij de strot. Ik ben daar wel blij om, eigenlijk. Het filmpje is, wanneer je erover nadenkt dat heel veel kinderen dit niet slechts twee minuten, maar dag aan dag, jaar na jaar, moeten ondergaan, eigenlijk een horrorfilmpje. Hoe kan het ons nog verbazen dat we gaan disfunctioneren als we niet worden gezien, gehoord, begrepen, als onze vragen en behoeften om aandacht en verbinding niet worden beantwoord? Het is hartverscheurend; dat deze student er zo door werd geraakt, betekent dat het hart openstaat, dat deze mens zich durft te laten raken, dat er herkenning is (want anders raakt het niet zo). Dat betekent óók dat er bewustzijn is en dat er pogingen zullen worden ondernomen om naar beste kunnen te voorkomen dat dit patroon van emotionele verwaarlozing niet blijvend wordt herhaald.

Na een bespreking van stress, stresshormonen, hersenontwikkeling en de kortsluiting die in je mentale netwerk kan ontstaan als de bedrading niet goed is aangelegd, bespraken we hoe belangrijk de omgeving is. bent niet in je eentje verantwoordelijk voor je leven en de ontwikkeling van je brein: je maakt deel uit van een veel groter systeem, zoals je gezin, je buurt, je stad, je land, je werelddeel. Je kunt ook zelden in je eentje alles veranderen, want het is de intermenselijke dynamiek die mede bepaalt hoe goed of hoe slecht je in staat bent gezond gedrag te ontwikkelen en door te zetten.
Daarom is het belangrijk te beseffen dat gedrag een uiting is van een emotie, die een uiting is van een onvervulde behoefte. Zonder zicht op en bevrediging van die behoefte zal de emotie niet verdwijnen en dus ook het gedrag waarschijnlijk niet.

En een zeer basale behoefte blijft: veiligheid. Ontbreekt die, doordat er geen (ouderlijke) zorgzaamheid is of er veel onrust en agressie leeft in een gezin, dan ontstaat er toxische stress: chronische stress die allerlei systemen in het menselijk lichaam aantast, ook het sociale functioneren. We keken een filmpje dat dat op indrukwekkende wijze duidelijk maakt in relatie tot een gevangenispopulatie. Het geldt echter ook dichterbij: zolang je je niet veilig voelt, zul je niet graag vertellen wat je raakt en waarom. Jouw zwijgzaamheid kan lastig zijn voor een ander, maar kan deel zijn van je zelfbescherming.
We rondden af met het kiezen van een kaart die iets weergaf van hoe men de eigen toekomst voor zich zag. Daar kwamen mooie dromen en intenties tevoorschijn, wat altijd geweldig is om te horen.

De evaluatie ter plekke? Inspirerend, leerzaam, interessant, informatief, inzicht gekregen in hoe de eigen kinderen functioneren en wat ze nodig hebben, bewust geworden van de liefde voor de kinderen, en (wat mij betreft de meest ontroerende): ‘gerealiseerd dat ik meer compassie voor mezelf mag hebben’. Dat is geweldig; daar begint het mee, en dan volgt ook de compassie voor anderen. Dan hoef je niet meer te zeggen: ‘Ik heb gefaald; ik had het beter moeten doen’, maar mag je concluderen: ‘Ik heb mijn stinkende best gedaan met wat ik kon en had, en ik zou willen dat ik meer had kunnen bieden’. Dan verandert zelfverwijt in verdriet; dan kunnen boosheid en frustratie veranderen in rouw en besef van eenzaamheid. Dan kun je steun zoeken, ‘holding space’ waarbinnen je zonder oordeel veilig bent, zodat de scherpe kantjes kunnen verzachten.
En als na zoveel moois de vraag komt of ik niet vaker les zou willen komen geven, dan is er uiteraard maar één antwoord denkbaar: ‘Ja, heel graag!’

 

* Om privacyredenen gebruik ik in dit blog genderneutrale termen.

 

 

Van elkaar leren: een les over veilige en onveilige hechting

Of ik een gastles wilde geven bij haar op school, over veilige en onveilige hechting. Ze moest voor dat vak ook nog een examen afleggen en dat kon dan mooi in mijn les. Hoewel ik nog geen beeld had van hoe een examen binnen een les eruit zou zien, hoefde ik over de vraag niet lang na te denken: ja, natuurlijk wilde ik dat graag doen! ACE Aware NL leeft voor meer bewustzijn omtrent hechting en trauma, dus een gastles is volledig in lijn met onze missie. We planden een eerste ontmoeting om te kijken wat ze van mij nodig had en hoe ik haar zou kunnen ondersteunen bij de voorbereiding van haar deel van de les. Het ging om een keuzevak waarbij ervaringsdeskundigheid een belangrijke rol speelt.

We spraken af op haar stageplek; de manager aldaar had me met haar in contact gebracht, dus dit leek een geschikte optie voor een kennismakingsgesprek. We schudden handen, ze maakte een kop thee voor me en toen gingen we zitten aan één van de tafeltjes in het kleine, gezellige restaurant dat onderdeel is van haar werklocatie. Ze keek me onderzoekend en afwachtend aan, niet helemaal zeker over wat ze van mij kon verwachten. Ik begon te vragen naar haar opleiding, naar haar achtergrond, naar wat ze van de stage vond, naar wat ze zoal tegenkwam in haar werk, naar hoe ze daar haar persoonlijke ervaringen benutte. Ik hoefde het er niet uit te trekken, zullen we maar zeggen. Toen ze eenmaal in de gaten had dat ik haar verhaal echt wilde horen, praatte ze honderduit. Voordat we er erg in hadden, was het hoog tijd om af te ronden, omdat ze naar huis moest, waar haar kind op haar wachtte. We maakten wat afspraken over hoe verder te gaan en namen afscheid.

In de dagen erna stuurde ik haar het één en ander aan kijk- en leessuggesties. Dit onderwerp en alles wat ermee is verbonden, ligt me zo na aan het hart, dat ik haar misschien onbedoeld wat overlaadde. Ze was zeer geïnteresseerd, maar alles doornemen bleek niet haalbaar, vooral niet omdat het verleden haar nog bij herhaling inhaalt, ondanks dat ze in het heden hard werkt aan haar toekomst. Hoewel de thuissituatie bij onze ontmoeting in redelijk rustig vaarwater leek te verkeren, was er een paar weken later toch weer ‘gedoe’. Dat gedoe vroeg zoveel van haar aandacht en had zo’n hoge prioriteit dat het studiewerk erdoor onder druk kwam te staan. Desondanks vonden we tijd voor nog een gesprek en namen we door hoe zij haar examendeel zou kunnen inrichten binnen mijn les. Al vlot stuurde ze haar voorzet met PowerPoint naar me op en zo kon ik mijn aandeel daaromheen bouwen.

Op de dag van de les waren we met elf mensen: de docent/mentor, acht studenten live aanwezig, één student online aanwezig en ikzelf. Ik opende met een ijsbreker voor de kennismaking. Ze trekken al een tijdje met elkaar op, maar ik had een paar vragen bedacht waarop ze elkaars antwoorden vermoedelijk nog niet volledig kenden. Ze werkten in tweetallen en koppelden plenair terug, want voor mij was de groep nieuw. Ze moesten hun buurvrouw of buurman aan mij voorstellen en daarbij merkten ze soms dat het even zoeken en nadenken en navragen was. Nadat ik alle namen had gehoord, vertelde ik hoe in zo’n kleine opdracht al meteen een scala aan hechtingseigenschappen een rol speelt. Hoe goed ben je in staat om naar de ander te luisteren? Heb je rust in je hoofd of is het allemaal één grote warboel daarbinnen, omdat je de dag alweer heftig gestart bent of omdat je nog bekaf bent van wat er gisteren is gebeurd? Kun je je aandacht erbij houden? Kun je correct navertellen wat de ander met je heeft gedeeld? Of sluipen er elementen in die niet kloppen? Begrijp je wat de ander zegt of spreekt die op de één of andere manier een taal die je, letterlijk of figuurlijk, niet verstaat? Kun je zonder oordeel blijven luisteren, ook als je dingen hoort die vreemd voor je zijn of waarmee je het niet eens bent? Al deze aspecten hebben een link met (on)veilige hechting. Ze gaan over de setpoints die je in de kindertijd hebt gecreëerd voor je stressregulatie. Werd er naar jóu geluisterd? Werd jíj begrepen? Werd wat jíj zei goed geduid? Kon men jóu zonder oordeel aanhoren? Hoe minder veilig je gehecht bent, hoe moeilijker al deze ogenschijnlijke simpele taken vaak zijn.

Eén van de dingen die verder in de les aan bod kwamen, was het invullen van het ACE’s-scoreformulier.
Dit is een lijst met de tien meest voorkomende ACE’s, hoewel er absoluut meer zijn, zoals ook door één van de studenten werd benoemd. Er zijn ook versies waarbij racisme, armoede, dood van een ouder, en oorlogsgeweld worden meegenomen. Dat is natuurlijk terecht, want ook die gebeurtenissen zijn van enorme invloed op de kinderlijke ontwikkeling.
Desondanks geeft ook de tegenwoordig gebruikte lijst al heel wat handvatten. De lijst bevat tien ACE’s en je score kan dus maximaal 10 zijn, als je alle keren dat je met ‘ja’ antwoordt, bij elkaar optelt.
Onder deze acht studenten waren er maar liefst twee met een score 8 en twee met een score 10.
Ik vond het heftig om de scores te horen en vind het intens verdrietig dat er zoveel kinderen zijn die hun leven met zoveel ellende beginnen. Hoeveel geluk wordt er daardoor niet ervaren? Hoeveel potentieel blijft er daardoor liggen? Hoeveel moeite kost het mensen daardoor om een bevredigend leven op te bouwen? Hoe moeilijk is het met zo’n start om niet voortdurend in conflict te raken met jezelf en anderen? Het is geweldig om te zien dat deze studenten toch allemaal de moed en de mogelijkheid hebben gevonden om weer een leerproces aan te gaan en om daarbij hun eigen ervaringen op een positieve manier ‘uit te buiten’ en in te zetten in de begeleiding van anderen met een ‘rugzak’.

De materie werd gretig ingenomen en dus hebben we een vervolgles afgesproken. Ik kijk er al naar uit!
En de stagiaire…? Ze kreeg geweldige feedback van haar klasgenoten, dat ze zo vooruit was gegaan, dat ze er zoveel krachtiger stond dan bij een eerdere presentatie, dat ze haar medestudenten had geraakt met haar verhaal, dat men het moedig vond dat ze zich zo kwetsbaar had opgesteld door de theorie uit het filmpje dat ze liet zien, te verbinden met haar eigen verdrietige ervaringen, dat men veel had geleerd en zich herkende in wat ze had gedeeld! Ook de mentor was lovend en aan mij was de eer om als ‘tweede examinator’ het formulier voor haar presentatie te ondertekenen. Op de vraag hoe het kwam dat ze deze keer zo goed had gepresteerd, antwoordde ze dat ze zich in de voorbereiding gehoord en gezien en veilig had gevoeld. Veilig… dat oh zo basale gevoel, nodig om je creativiteit en authenticiteit te laten stromen! Ik hoorde het ontroerd aan. Voor mij was er geen examenformulier dat moest worden afgetekend, maar anders had zij er voor mij haar handtekening onder mogen zetten. Ik weet ook niet precies wie er in dit proces meer heeft geleerd: zij met haar klasgenoten, of ik. Mijn dank gaat uit naar allemaal (geen namen, al ken ik ze nog uit hun voorstelrondje), voor de warme ontvangst, de aandacht en de inbreng en de uitnodiging voor een vervolg. En vooral: ik neem mijn hoed af en maak een buiging voor hun lef en veerkracht!

Van scherpe kantjes naar meer zachtheid

In het najaar van 2019 maakten Victor Bodiut en Marianne Vanderveen een plan voor de start van ACE Aware NL. Hun kennis op het gebied van fysiologie, psychologie, antropologie, sociologie, hechting, hersenontwikkeling en neurowetenschap maakte dat ze samen het belang zagen van een brede, compassievolle blik op het fundament van gezondheid en de rol van ongunstige ervaringen in de kindertijd. Daarin verdienen de meest recente neurofysiologische inzichten een belangrijke plaats. Die laten zien dat vooral de vroege sociale omgeving wezenlijk invloed heeft op hoe we functioneren en hoe zich onze gezondheid ontwikkelt. Ieder mens is onderdeel van een grotere gemeenschap. we de geest niet los kunnen zien van het lichaam, kunnen we het individu niet los zien van de sociale context. Dat betekent dat gezondheid niet simpelweg een individuele verantwoordelijkheid is; ze hangt niet simpelweg af van of we nú wel genoeg bewegen en of we nú wel gezond eten. Levenslange gezondheid vindt haar wortels voor een belangrijk deel in onze kinderjaren. Voelden we ons veilig? Waren we gewenst, gezien, gehoord, geliefd? Was er aandacht voor wat wij met onze unieke persoonlijkheid de wereld te geven hadden? En wat is de invloed van armoede, opleidingsniveau, werkdruk en discriminatie op hoe onze ouders ons meer of minder goed naar volwassenheid konden begeleiden? Hoe zat het met machtsverhoudingen? Dat zijn ingewikkelde kwesties, die je niet scherp en zwartwit kunt afdoen met: ‘Ga sporten! Rook en drink niet! Doe leuke dingen!’ Ze vereisen genuanceerde antwoorden op ongemakkelijke vragen. Ze verdienen een moedig verbindende, veelkleurige benadering.

Vic en Marianne waren geraakt door de documentairefilm ‘Resilience’, die deze onderwerpen behandelt. Boeiende gesprekken met psycholoog en wetenschapper Suzanne Zeedyk, één van de grondleggers van de ACE-awareness-beweging in Schotland, vormden een verdere aanmoediging om ook in Nederland de kennis over ACE’s breed te delen. Aspa Kandyli, met ervaring in het onderwijs en kennis op het gebied van babyslaapgedrag en borstvoeding, haakte aan bij ACE Aware NL. Vanwege haar bevallingsverlof was er behoefte aan nog een collega en sinds een tijdje draait Petra Bouma, verpleegkundige van oorsprong en tevens lactatiekundige, draagconsulent en geboortetraumaspecialist, mee in het team. In de loop van ruim twee jaar is er in het project een focus op krachtige zachtheid gegroeid, op waarachtige, niet veroordelende nieuwsgierigheid naar menselijke verhalen.

Toen de wereld in het voorjaar van 2020 werd geconfronteerd met grote gezondheidsuitdagingen, werd ineens nog duidelijker hoe cruciaal een goed functionerend immuunsysteem is. Er dienden zich nog veel meer prangende vraagstukken aan. Wat zeg je tegen mensen als hun gezondheid in het geding lijkt? Welke handvatten reik je aan om ziekte te vermijden? Hoe breng je die boodschap? Hoeveel ruimte gun je mensen om hun eigen invulling te geven aan wat ze nodig (denken te) hebben om zich tegen risico’s te beschermen? Wat is het effect van het ontberen van contact met dierbare naasten? Wat is de impact op de mentale gezondheid, als activiteiten die vreugde en zingeving bieden, wegvallen? Hoe duid je de wijze waarop men met een crisis omgaat? Wat is de impact van angst?

Tijden van crisis, transitie en transformatie vragen enerzijds om daadkrachtig en proactief handelen, om opkomen voor rechtvaardigheid en voor grondrechten op het gebied van autonomie en vrijheid, zowel fysiek als mentaal. Anderzijds vragen ze beslist ook om compassie en bezinning, om een pas op de plaats, om naar binnen keren en reflecteren op wat ons raakt en waarom ons dat . Reageren mensen op wat er nu gebeurt of op de herinnering van nu aan toen?

De afgelopen tijd heeft de grote relevantie van de zeven pijlers onder onze missie sterk benadrukt: verbinding, compassie, moed, nieuwsgierigheid, vertrouwen, vriendelijkheid en veerkracht. ACE’s gaan in essentie immers ook over crises, over ervaringen in de kindertijd die ons gevoel van veiligheid en vertrouwen aantastten en gepaard gaan met een hoger risico op ziekte en problemen. Weliswaar staat daarin primair het persoonlijke centraal, maar het persoonlijke is, zoals gezegd, zelden los te zien van de sociale omgeving waarin we geboren worden, opgroeien en leven.

In de meeste gevallen werkt zachtheid helend, zeker wanneer je de wereld als hard ervaart: zachtheid in de verbinding met anderen, zachtheid in de afwezigheid van een oordeel over wat jij en de ander voelen, kiezen en doormaken, zachtheid ook in hoe we onze visie op onszelf inkleuren, met het volle palet aan regenboogkleuren, en waar nodig zwart en wit en de grijstinten daartussenin.

De complexiteit van de afgelopen paar jaren maakte dat we het ACE Aware NL-logo wat meer wilden afstemmen op de menselijke behoefte aan zachtheid en we hebben daarom voortaan een wat rondere letter. Verder kent nog niet iedereen de betekenis van de term ‘ACE’. We wilden graag dat het logo daar in één oogopslag wat over toelicht. Daarbij wilden we niet alleen de verdrietige kant van ACE’s benoemen, maar ook heel bewust aandacht vragen voor het feit dat ACE’s geen diagnose zijn, geen doemscenario voor het leven. Een mens is tot veel herstel in staat, zeker in een omgeving die sensitief met verdriet omgaat. In lijn met de indrukwekkende film ‘The Wisdom of Trauma’ hebben we de A van ACE’s daarom ook een positieve betekenis gegeven: Awesome. Na ongunstige kun je geweldig mooie ervaringen opdoen, herstel van de verbinding met jezelf en anderen. Bovendien brengen de ongunstige ervaringen vaak met zich mee dat je een bepaalde wijsheid ontwikkelt, ‘de wijsheid van ’. Met die ervaringsdeskundigheid kun je voor je medemens en de wereld van heel bijzondere betekenis zijn. Zeker als je je eigen schaduwwerk hebt gedaan, kun je met compassie kijken naar de impact van trauma op menselijk gedrag. Dat maakt je een ‘awesome’ mens, minder ‘hoekig’, met minder scherpe kantjes, meer ‘afgerond’ en vloeiend in je aanpak. Ook daarom is het nieuwe font wat ronder.

Omdat we het maatschappelijke bewustzijn ten aanzien van de kindertijd willen helpen vergroten, heeft het woord ‘Aware’ al vanaf het begin een kleurtje. Het belang daarvan mag in het oog springen! Die kleur zal echter niet meer altijd rood zijn. Het leven ziet er voortdurend anders uit en onze stemming verandert geregeld van kleur. Hoe meer we verdriet van vroeger kunnen helen en boosheid kunnen loslaten, hoe speelser we het leven tegemoet kunnen treden. Die veelkleurigheid mag in het licht staan en zal zichtbaar zijn in diverse uitingen. (En ja… we werken nog aan het updaten van de website met het nieuwe materiaal… ;-))

We kijken uit naar de tijd die voor ons ligt, waarin we graag bij je langskomen voor een presentatie met filmvertoning van ‘Resilience’, voor een workshop of voor een consult. En wil je vertellen hoe jij in je werk of je persoonlijke leven de kennis rondom ACE’s een plaats geeft…? Laat het ons weten! We komen graag luisteren naar je verhaal – voel je uitgenodigd en welkom!

De kracht van een goede bevalling en geboorte

Onlangs vertelden moeders in drie afzonderlijke lactatiekundige consulten ervaringsverhalen met verdrietige elementen die raken aan ACE’s. Een aantal aspecten delen we in dit blog.

Eén moeder was onzeker over de vraag of het aanleggen van haar baby van 7½ week wel goed ging en of ze geen dingen zou moeten veranderen in de manier waarop ze het voeden regelde gedurende de dag. “Ik wil heel graag blijven voeden. Mijn zus heeft er ook erg van genoten en ik wil er nog niet mee stoppen, vooral ook omdat mijn baan als zelfstandig ondernemer het mogelijk maakt om het voeden goed in te passen in mijn dag, maar ik vraag me steeds af of ik het wel goed doe. Mijn kindje is een superfanatieke drinker, zei de kraamverzorgende, een echte piranha!” Ik sloeg aan op deze twee labels; zijn die wel gepast voor een baby die net op de wereld is…? Hoe vormen ze het beeld van de ouders over hun pasgeboren kind…? Ik vroeg hoe het kwam dat ze zich onzeker voelde en waar de twijfel zat. Ze vertelde over haar bevallingservaring, waarbij ze thuis had willen blijven, maar toch in het ziekenhuis terechtkwam, op de rug werd gelegd, weeënopwekkers kreeg en in haar beleving de regie uit handen had moeten geven. “Ik heb bij de zorgverleners een sterke controledwang ervaren; de zorg was niet holistisch en ik wilde daar eigenlijk zo snel mogelijk weg, zodat we het thuis op onze eigen manier zouden kunnen doen. Er zijn allerlei dingen gebeurd die ik juist niet wilde, zoals ook een elektrode op het hoofd van onze ongeboren baby en waarbij werd gezegd dat die er niks van zou voelen. Ik voelde dat er een hiërarchie was en dat mijn baby en ik daarin niet bovenaan stonden. Er werd *over* ons gepraat, niet *met* ons. Ik wilde geen ruggenprik, maar kreeg wél een syntocinoninfuus en uiteindelijk moest er ook nog een knip worden gezet. Kortom… er is veel gebeurd en ik voel nu dat ik thuis nog helemaal mijn draai moet vinden.” We hebben uitgebreid alles doorgesproken en ik kon bevestigen dat ze met haar intuïtie helemaal goed zat en dat ze de controledwang die ze had ervaren, niet hoefde over te nemen, maar op haar kindje en hun onderlinge relatie mocht vertrouwen. Wat een geruststelling was dat… van pure opluchting kwamen de tranen en knikte ze heftig bij de dingen die ik omschreef als goed voor haar baby: knuffelen, lekker veel voeden, niet laten huilen… Dat was precies wat ze graag wilde en eigenlijk diep van binnen ook wel wist.

Bij een ander consult moesten we tijdens de ontmoeting nog wat dingen doornemen, die ik normaal gesproken vooraf al uit het intakeformulier heb kunnen halen. Dit consult was zó snel gepland dat ik daarvoor geen tijd had gehad. Moeder vertelde dat ze in het ziekenhuis was bevallen. Ik vraag dan meestal of dat ook de planning was of dat het tijdens het baringsproces zo is ontstaan. Al pratende bleek dat ze een keizersnede had gehad, omdat diverse dingen anders waren gelopen dan gehoopt. Ze zei dat ze daar vrede mee had. Ik keek haar aan en liet een lange stilte vallen, waarin ik de tranen in haar ogen zag opwellen. “Het is helemaal okay, hoor, als je verdrietig bent om wat er is gebeurd. Zelfs als je blij bent dat de essentiële dingen goed zijn afgelopen, heb je alle recht om te rouwen om wat je bent misgelopen en waarop je had gehoopt…” Ik legde een hand op haar arm, waarna het huilen intenser werd. gevoel van ‘er vrede mee hebben’ was er verstandelijk wel, maar emotioneel was het een heel andere zaak. Ook vader had de bevalling als heftig ervaren; er was van alles gebeurd waarop hij had gevoeld geen invloed te hebben en dat had hen beiden geraakt. We namen alles door en ik moedigde beide ouders aan om met z’n drieën via veel knuffelen en huidcontact te baden in het oxytocinehormoon, dat niet alleen goed is voor de borstvoedingsrelatie, maar ook helend werkt.

Bij een volgend consult ging het voeden nog wat lastig omdat de baby van een dikke week oud aan de borst onrustig was en niet goed hapte, waardoor moeder pijnlijke tepels had gekregen. We namen samen door hoe ze haar kindje kon ondersteunen en sturen bij het aanleggen, zodat er een grotere hap borstweefsel in het mondje zou komen en de tepel verder achterin lag en niet werd belast. Dat ging tijdens het consult heel goed en het hummeltje viel in mama’s armen tevreden in een diepe slaap.

Moeder voelde zich dit keer beter dan bij de geboorte van de oudste. Die was via een keizersnede ter wereld gekomen nadat er van alles was gebeurd wat moeder als traumatisch had ervaren: de doula mocht niet mee naar de verloskamer, er liepen voortdurend onbekende mensen in en uit waardoor de concentratie werd verstoord, en moeder voelde zich niet ‘in control’. Na aanvankelijk weeënopwekkers te hebben gekregen, mocht ze bij 9½ cm ontsluiting niet persen. Toen de verpleging had gezegd dat het niet langer dan een half uur zo kon doorgaan, omdat baby het zwaar had en dat er een keizersnede zou moeten volgen, ontstond er een noodsituatie in een andere verloskamer. Iedereen verdween, vader zag het halve uur verstrijken en maakte zich zorgen om de baby, maar niemand had de ouders verteld dat er ook weer weeënremmers waren gegeven en dat afwachten geen risico was. Al met al was het hele proces met stress omgeven geweest – een groot verschil met de badbevalling die ze nu, goed voorbereid, in het ziekenhuis hadden meegemaakt (in een andere woonplaats).

Wat raakt in deze drie verhalen, is dat de omstandigheden waarover de ouders verdrietig en teleurgesteld zijn en waarom ze rouwen, niet inherent waren aan het natuurlijke verloop. De pijn, het verdriet en de teleurstelling gaan vooral over de communicatie, over de wijze waarop hun wensen niet zijn gehoord of gehonoreerd, over dat er onvoldoende aandacht was voor het belang van privacy en zachtheid. een ongestoord en stressvrij verloop van de bevalling en de geboorte is het nodig dat er een veilige, warm omhullende omgeving wordt gewaarborgd. De barende en de baby zijn samen het middelpunt van dat kleine, besloten universum en iedereen is dienstbaar aan de grote overgang die zij samen maken. Een bevalling en een geboorte zijn cruciale, transformatieve gebeurtenissen in het leven van respectievelijk de ouder en het kind. Die verdienen het om met het grootste respect te worden omgeven, zodat ze als een anker en een stralende ervaring in het geestelijke en lichamelijke geheugen van (vooral) moeder en kind worden gegrift.

We weten dat ACE’s, Adverse Childhood Experiences, al heel vroeg in het leven kunnen optreden en dus preventie verdienen. We weten ook dat een goed verlopende geboorte voor de baby een krachtig begin is en dat een mooie baring bij de moeder juist veel oude pijn kan helen. Als ze ervaart dat haar lichaam iets kan wat ze nog nooit eerder heeft gedaan, dan geeft dat een enorme kracht. Die kracht neemt ze mee in haar ouderschapsrol en die helpt bij het bouwen van het fundament voor het kind. Het goed begeleiden van de bevalling en de geboorte is daarom niet alleen een emotionele en spirituele verantwoordelijkheid. Het is ook gewoon een kwestie van salutogenetische, preventieve gezondheidszorg. Laten we er gezamenlijk aan werken dat daar steeds meer aandacht voor komt!