Een kleine twee weken geleden hadden we in Utrecht een prachtige studiedag voor lactatiekundigen met een wereldberoemde spreker over oxytocine, namelijk de Zweedse professor Kerstin Uvnäs Moberg. Direct na haar lezing had ik het voorrecht om met Kerstin aan tafel te zitten voor een interview voor de ACE Aware NL-podcast, ‘Voed de veerkracht’. Wat een eer!
De montage is klaar, en dus is nu ook de podcast online, zodat iedereen Kerstin kan horen. In dit blog deel ik graag een paar van de besproken thema’s.
Oxytocine is een prachtig hormoon en Kerstin heeft het een leven lang bestudeerd, erover geschreven en er vooral ook onderzoek naar gedaan. Toen ze de effecten begon te onderzoeken, was ze geïntrigeerd en voelde ze dat er meer was dan slechts de al bekende rol op het gebied van geboorte en borstvoeding. Aanvankelijk begon ze terloops te praten over de eigenschappen van het hormoon, als ze colleges gaf over andere onderwerpen, maar langzaam maar zeker groeide de algemene belangstelling en werd ze aangetrokken tot het onderwerp, ook door nieuwsgierige studenten die zich verder wilden verdiepen in het thema. Doordat ze voelde dat oxytocine veel meer te bieden had dan op het eerste oog zichtbaar was, en doordat ze zich met overgave wijdde aan dit totaal nieuwe vakgebied, groeide ze uit tot een wereldwijde expert.
Tot aan die begindagen van het oxytocine-onderzoek was er veel aandacht voor de stresshormonen cortisol en adrenaline, dominant in het actieve of sympathische deel van het stressregulatiesysteem, wat je de meer ‘mannelijke’ kant zou kunnen noemen. Toen Kerstin zich ging richten op de ontspanningshelft van het stresssysteem, de parasympathische of meer ‘vrouwelijke’ kant, was dat een heel nieuwe ontwikkeling. Er kwamen prachtige mechanismen naar voren: ‘calm and connect’ (kalmeren en verbinden), ‘rest and digest’ (rusten en verteren), ‘tend and befriend’ (verzorgen en vriendschap sluiten) – allemaal functies die van oudsher worden gezien als meer dominant in de vrouwelijke terreinen van het leven, omdat ze erg belangrijk zijn bij geboorte, borstvoeding, verzorging en wondgenezing en traumaheling.
Het duurde even voordat oxytocine als een serieus onderzoeksonderwerp werd gezien. De nieuwigheid ervan zorgde hier en daar voor opgetrokken wenkbrauwen: ‘Is dit serieus? Is dit echt? Kunnen we het meten? Wat is de meerwaarde om hier meer over te weten?’ Kerstin hield vol en bewees de grote relevantie ervan. Ze is van mening dat hoewel het goed is dat nieuwe onderwerpen in de wetenschap grondig worden bestudeerd voordat er claims worden gemaakt, de academische geest idealiter openstaat voor innovaties en bereid is om nieuwe ideeën te overwegen, vanuit echte nieuwsgierigheid. Tegenwoordig is oxytocine alom bekend, zozeer zelfs dat de betekenis ervan soms een beetje oppervlakkig wordt gereduceerd tot ‘het knuffelhormoon’. Daarbij worden de veel diepere en meer diffuse effecten op welzijn, genezing en angstreductie vergeten, evenals de gevolgen van die effecten voor de samenleving.
Het was geweldig om naar Kerstin te luisteren en te merken hoe ze gepast verwees naar aspecten van oxytocine (wat niet alleen een hormoon is, maar ook een neurotransmitter) die revolutionaire effecten zouden kunnen hebben als ze veel serieuzer werden genomen. Ze noemde bijvoorbeeld hoe belangrijk het is om ons bewust te zijn van bepaalde dagelijkse routines in de gezondheidszorg. Sommige worden als zo normaal en vanzelfsprekend beschouwd dat ze soms niet eens worden bestudeerd op hun langetermijneffecten, ook al zou een dieper inzicht ons misschien allemaal bewuster maken van hun impact. Kleine effecten in grote aantallen met een hoge frequentie kunnen bij elkaar opgeteld immers een enorm klinisch verschil veroorzaken! Er zijn veel maatschappelijke factoren die mogelijk een rol spelen bij dit gebrek aan onderzoek hiernaar: hoeveel status hebben bepaalde onderwerpen en dus studies, hoe lang duurt de follow-up voordat er iets zinnigs kan worden gezegd over de interventie, welke financiële investering en welk professionele prestige hangen samen met de beslissing om dit soort onderzoek op te zetten of terzijde te schuiven?
Kerstin acht het verder wenselijk dat jonge studenten toegang hebben tot oud wetenschappelijk materiaal om een integrale kijk te krijgen op de onderwerpen die ze bestuderen. Specialisaties in de gezondheidszorg kunnen prachtig zijn, maar ze kunnen het risico met zich meebrengen dat het menselijk lichaam wordt opgedeeld in een verzameling organen in plaats van dat het lichaam wordt gezien als een samenhangend geheel dat het resultaat is van een delicaat (gebrek aan) evenwicht tussen ingewikkeld samenwerkende systemen, van buikgevoel naar brein en omgekeerd, met subtiele ritmes en patronen die een verfijnde, respectvolle bestudering verdienen.
Het klonk mij als muziek in de oren om zo’n eminente dame, die haar hele leven aan dit ene onderwerp heeft gewijd, op zo’n holistische manier te horen spreken over een hormoon dat zo klassiek, zo ‘goed geconserveerd en oeroud’ is, zoals ze het zelf noemde. Toch was het voor Kerstin niet altijd gemakkelijk om die holistische werking van oxytocine naar voren te brengen, want de meeste tijdschriften die wetenschappelijke artikelen publiceren, willen dat die artikelen specifiek en gedetailleerd zijn, niet breed en algemeen, wat regelmatig als oppervlakkig wordt beschouwd.
Ik was ook diep geraakt door de opmerking van Kerstin dat de afstemming van de moeder op de behoeften van de baby, als ze eenmaal is overspoeld door oxytocine, misschien wel de eerste keer in haar leven is dat ze voelt dat prioriteit geven aan dat kleine mensje en niet aan zichzelf, een logische zaak is, simpelweg vanwege de baby’s totale afhankelijkheid van de moeder voor het stillen van de honger en het bevredigen van de behoefte aan contact. Dit houdt ook in dat de omgeving van de kraamvrouw zich bewust moet zijn van de kwetsbaarheid van de moeder en van de impact van het uitspreken, adviseren of zelfs afdwingen van dingen die ondermijnend zijn voor de evolutionaire intuïtie van de moeder, die juist is gestimuleerd door haar hoge oxytocinespiegels.
Al met al was het een genot om naar Kerstin te luisteren en met haar te praten en fantastisch om te horen, in antwoord op mijn vragen over waar ze naar uitkijkt, dat ze meer wil schrijven en meer onderzoek wil blijven doen, aangezien er ten aanzien van oxytocine nog zoveel is dat een nog grondiger begrip verdient. Moge oxytocine een groot deel zijn van wat Kerstin gezond houdt, zodat we allemaal nog vele jaren dankbaar kunnen genieten van haar heldere geest en warme hart!