Boekbespreking ‘Ik zweer trouw – Jezelf zijn in een uniforme wereld’ door Michiel van der Pols, Deel 1

Via een post op LinkedIN raakte ik op de hoogte van het werk van Michiel van der Pols, die zich als oud-marinier toelegt op het begeleiden van mensen die vastlopen in de hoog-risico sector. Hij doet dat in zijn rol als ‘doorbraakcoach’, waarin hij met mensen op zoek gaat naar waar de gedragspatronen die nu belemmerend werken, ooit zijn ontstaan. In de loop van de tijd is hij daar duidelijke patronen in gaan ontdekken en in zijn boek ‘Ik zweer trouw – Jezelf zijn in een uniforme wereld’, zet hij die patronen, die hij ‘rode draden’ noemt, in negen stevige hoofdstukken gedetailleerd uiteen. Na een aarzelende start was ik zeer gefascineerd en heb ik het dik 300 pagina’s tellende boek, gepubliceerd in het voorjaar van 2023, rap uitgelezen.

Na het voorwoord door de commandant van het Korps Mariniers vertelt Michiel in vijf inleidende pagina’s wat hem tot het schrijven van zijn boek bracht. Daarin is hij meteen heel open over hoe hij jarenlang allerlei emoties in zichzelf had onderdrukt die uiteindelijk met alle kracht naar buiten kwamen: “Als kind al voelde ik weinig ruimte voor mijn eigen mening (…) Over mijn eigen problemen sprak ik niet (…) en bij het Korps Mariniers zette ik dit gedrag gewoon door” (p.17,18). In de sessies die hij geeft, blijken dergelijke oude familiedynamieken voor veel mensen van grote invloed te zijn op huidige overtuigingen en gedragspatronen. Die zijn vaak zo diep ingesleten dat het moeilijk blijkt eruit te stappen, maar “Groei binnen een comfortzone is maar zeer beperkt mogelijk” (p.21) en dus vergt verandering veel moed. De rest van het boek gaat in essentie over de onderliggende mechanismes en over de stappen die nodig zijn voor verandering. Het boek is rijk aan openhartige verhalen van mensen in de hoog-risico sector die samen met Michiel die uitdaging tot verandering zijn aangegaan en daarmee de emotionele verbinding met zichzelf herstelden.

Vanaf pagina 27 licht Michiel in acht pagina’s de kern van zijn gedachtegoed toe. Kinderen worden geboren met een aantal basisbehoeften en ontwikkelen manieren om te zorgen dat daaraan tegemoet wordt gekomen; het kind “beschermt zich tegen dat wat als onplezierig ervaren wordt” (p.27). Hoe dichter het kind bij de authentieke kern kan blijven, hoe gezonder en gelukkiger het zal zijn. Raakt het kind van zichzelf verwijderd en vervreemdt het van die authenticiteit, dan is er sprake van trauma. Hoe meer aanpassingen het kind doet, hoe meer compromissen het sluit, hoe subtiel en onzichtbaar die voor de buitenwereld ook zijn, des te meer de innerlijke balans wordt verstoord, met alle mogelijke problemen voor de lange termijn: “Als je jezelf lang aanpast en niet trouw bent aan wat jij nodig hebt, gaat het lichaam daarop reageren. De disbalans gaat zich uiten in een burn-out, depressie, verslaving, PTSS, vreemdgaan of het aangaan van ongezonde relaties” (p.29,30). Er ontstaat als het ware een aangepaste identiteit, die wordt verward met de eigen identiteit.

Relaties en werkomgevingen worden uitgekozen op die aangepaste identiteit en de hoog-risico sector kan dan aantrekkelijk zijn: die geeft een krachtige identiteit en moedigt aangepast, (letterlijk en figuurlijk) uniform gedrag aan. Anders gezegd: de cultuur in veel hoog-risico organisaties is zodanig dat mensen die hebben geleerd zich aan te passen, daar lange tijd ogenschijnlijk goed kunnen functioneren. Vooral het onderdrukken van emoties (nodig om het veeleisende, dikwijls gevaarlijke werk te kunnen doen) leidt uiteindelijk echter heel vaak tot het vollopen en overstromen van de emotionele emmer.

In Hoofdstuk 1 vertelt Michiel zijn persoonlijke levensverhaal. Hij blikt terug op hoe hij zich thuis onbewust leerde afsluiten en zijn emoties blokkeerde, hoe hij zich aanwende om alles alleen te doen en slechts op zichzelf te vertrouwen, hoe zijn rol als marinier hem houvast gaf en een mogelijkheid om te laten zien dat hij ertoe deed, hoe het individualistische denken vakkundig werd omgezet in collectief denken, en hoe hij zich op een gegeven moment realiseerde dat hij met het afleggen van de militaire eed gehoorzaamheid en onderwerping had beloofd aan een systeem dat hem ook mocht straffen als hij dat niet (goed) deed (p.51). Veel van zijn drijfveren waren niet authentiek, maar keuzes vanuit gemis waarbij hij veel van zijn authenticiteit opgaf in de zoektocht naar veiligheid.

Door uiteenlopende gebeurtenissen werd hij zich ervan bewust dat hij meer van zichzelf mocht laten zien, omdat hij daarmee ook meer van de ander te zien kreeg en veel diepgaandere verbindingen met anderen kon opbouwen (p.64). De ontmoeting met zijn huidige vrouw, die hij herkende terwijl hij haar nog niet kende, deed zijn hart helemaal opengaan en maakte hem duidelijk hoezeer hij zichzelf jarenlang had verstopt. Zijn aandacht verschoof van focus op het oordeel van de buitenwereld naar liefdevolle aandacht voor zijn eigen binnenwereld. Hij ging een intensieve persoonlijke helingsreis aan en daardoor ontstond ook de moed om beroepsmatig een andere koers te kiezen. Dat is hoe hij doorbraakcoach werd: zijn ervaringsdeskundigheid werd de basis voor het begeleiden van anderen die op zoek zijn naar herstel van de verbinding met hun authentieke zelf.

Michiel voelde een diepe drang zijn nieuwe beroep als coach zo gestalte te geven dat hij trouw bleef aan zichzelf: “Op een no-nonsense en impactvolle manier wilde ik anderen helpen hun blokkade op hun gevoelswereld te doorbreken en hun angsten om ‘gewoon’ zichzelf te zijn onder ogen te komen. (…) Als ik het zelf al niet doe, hoe zou ik dan een ander daarmee kunnen helpen?” (p.70).
De doorbraak die hij zijn gesprekspartners gunt, is dat ze via de tijdslijnen waarmee hij werkt, de weg terug vinden van denken met het hoofd, van analyseren, rationaliseren, compliceren en bagatelliseren van wat er in hen leeft, naar voelen met het hart, naar tolereren, valideren, accepteren en integreren – de wijze waarop we als baby ons leven beginnen. Daardoor kan er ruimte ontstaan om toe te groeien naar waarlijk weten vanuit de bron, naar realiseren en manifesteren, naar sensitiviteit die ons als mens met het goddelijke verbindt.

Later deze week volgt het tweede deel van deze boekbespreking, waarin ik de ‘rode draden’ die Michiel heeft gevonden, zal bespreken, naast nog een aantal theoretische punten die in het boek aan de orde komen. Ik had bovendien een prachtig podcastgesprek met hem, dat tussen deze twee blogdelen in online zal komen. Houd de socials in de gaten!

Geplaatst in Boek- en filmbesprekingen.