Wanneer je eenmaal in kringen van ‘Attachment Parenting’ en responsief, sensitief ouderschap terechtkomt, dan zijn er diverse mensen die je telkens weer zult ontmoeten. Eén van die mensen is Jeroen de Jong. Sinds 2013 is hij actief in een belangrijk deel van het ouderschapsveld, namelijk bij de jonge en oudere, rijpere en groene vaders, die allemaal op hun eigen manier zoekende zijn naar een vorm waarin ze gestalte kunnen geven aan hun rol als mannelijke ouder van hun kind(eren). Het is prachtig om te zien hoe Jeroen zijn plek gevonden heeft met het organiseren van allerlei activiteiten voor ‘betrokken vaderschap’ en hoe hij in dat avontuur niet alleen figuurlijk, maar ook letterlijk het vuur brandend wil houden. Nog mooier is dat hij daarover nu ook een boek heeft geschreven, zodat iedereen gemakkelijk toegang heeft tot zijn visie.
De officiële presentatie van ‘Vadervuur – Volg je eigen opvoedkoers en word de vader die je je kind gunt’ vond plaats op 31 mei 2023 in theater De Slinger in Houten en anders dan bij de meeste andere ouderschapsevents was de zaal nu in meerderheid gevuld met mannen. In de hal stonden stapels boeken klaar, die na de voorstelling werden uitgereikt aan degenen die een exemplaar hadden besteld of ter plekke besloten te kopen. Zoals de theateravond een feestje was, is het boek dat ook.
Onder de titel op de okergele cover staat een getekende zwartwit afbeelding met twee mannen en drie kinderen. De kinderen houden een stok met een marshmallow in de hand, die ze dicht bij de vlammen van een kampvuurtje houden. De vlammen zijn rood en het vuur lijkt lekker te branden. Onder Jeroens naam staat ‘De Praktijkvader’, de naam van het eigen bedrijf dat hij samen met zijn vrouw Wendy nu al geruime tijd runt en die bovendien aangeeft dat hij het putten uit de dagelijkse praktijk een warm hart toedraagt. Niet de regels staan voorop, maar de alledaagse realiteit. En die realiteit is onder andere dat betrokken vaders een zeer belangrijke rol vervullen voor een gunstige ontwikkeling van welzijn en gezondheid in hun kinderen en zo dus bijdragen aan de preventie van ACE’s.
‘Vadervuur’ heeft 53 korte hoofdstukken, ondergebracht in zeven themadelen, namelijk Ruimte maken (9 hoofdstukken), Inwijding (7), De plek van je ouders (8), Denken, voelen, doen (7), Van opvoeden naar voorleven (11), Ouders én geliefden (6), en tot slot: De wereld in (5). Dat is een mooie verdeling: ze wekt de indruk dat het belangrijkste van Jeroens boodschap is dat ‘opvoeden’ een lastig begrip is en dat het ouderschap meer om ‘voorleven’ gaat. Als je het mij vraagt, is dat inderdaad wat hij wil zeggen. En dan komt het er dus op aan hoe we als ouders in het leven staan en hoe we met zaken omgaan. Daarbij blijkt het voor de meesten van ons van groot belang te zijn hoe krampachtig of hoe krachtig we zijn verbonden met wat onze ouders ons leerden en voorleefden. Wat nemen we daarvan mee en wat laten we daarvan los? Wat hebben onze kinderen van ons nodig? Kunnen we in wat Jeroen de nieuwe wereld van het ouderschap noemt, open kijken, zonder oordeel, kinderlijk nieuwsgierig? In de zeven delen van het boek gaat Jeroen op zoek naar antwoorden op onder andere die vragen en ieder deel begint met een quote van een auteur die daarover waardevolle dingen heeft gezegd.
Jeroen probeert in zijn boek niet om het beter te weten dan degenen die hij toespreekt. Wat hij doet, is je deelgenoot maken van de ontdekkingsreis die hij zelf aanving met de geboorte van zijn oudste kind. Tijdens die reis, die nog altijd doorgaat, waren de (uiteindelijk drie) kinderen zijn grootste spiegel, waarin hij zag wat hij nog te leren had: “Mijn kinderen groeiden op en ik groeide met hen mee” (p. 13). Het boek is op een bepaalde manier een weergave van wat zich tijdens dat opgroeien de afgelopen twintig jaar allemaal heeft voorgedaan in zijn gezin en hij deelt de inzichten die hij heeft opgedaan.
Eén van de belangrijkste daarvan is dat een kind eigenlijk hetzelfde wil als jijzelf destijds: “iemand die er voor je was, helemaal, volledig aanwezig en zonder voorwaarden” (p. 31). Dat lukt beter wanneer ouder en kind niet te veel zorgen hebben. Hoe meer we denken dat we van alles moeten doen om die kinderen ‘goed’ te krijgen (opvoeden!), hoe moeilijker het allemaal wordt. Jeroen vertelt een mooi verhaal over een foto van zijn anderhalf jaar oude oudste zoon waarvan de levenslust afspatte, waarop een vriend zei: “Zo Jeroen, die kun je alleen nog maar verpesten” (p. 33). Daarmee is de toon gezet: niet meer aan ze willen sleutelen: “We mogen stoppen met opvoeden, want juist daar begint de ellende” dus: “Hoe kun jij die sprankelende vader zijn waar je kind op zit te wachten?” (p. 34). Dat is een mooi uitgangspunt voor een boek dat in de meeste boekhandels vermoedelijk toch ergens in het vak ‘Opvoeding’ zal belanden.
Opmerkelijk en verfrissend vond ik de talloze vragen in het boek. Veel hoofdstukken zijn er rijkelijk van voorzien, van vragen die confronterend kunnen zijn, maar waarop de antwoorden richting kunnen geven aan hoe je als vader (en ook als moeder) je ouderschap wilt vormgeven. “Wat zijn de behoeftes van dit kind? Welk offer vragen die behoeftes van mij? Wat heb ik als kind het meest gemist? Leef ik nog in overeenstemming met wie en hoe ik wil zijn?” Op allerlei manieren exploreert het boek deze thema’s via persoonlijke verhalen en deskundige vragen. De relevantie van dit soort vragen is groot, want als we ze eerlijk en diepgaand onderzoeken, komen we vaak oog in oog te staan met onze eigen levensgeschiedenis en met de pijn die daar ligt opgeslagen en ons handelen als ouder beïnvloedt.
Later deze week volgt Deel 2 van de boekbespreking.