Voor de trouwe lezers van onze blog zal het geen verrassing zijn dat we grote fans zijn van het werk van Gabor Maté. Marianne is sinds februari dit jaar Compassionate Inquiry-student (CI) in de professionele training, nadat ze vorig jaar de korte cursus had gedaan. Nu ze midden in het leerproces zit, heeft ze regelmatig contact met andere CI-studenten die vertellen over hun ervaringen en de impact van de training en de benadering op hun persoonlijke ontwikkeling.
Vorige week werd er een blog gedeeld door een van de studenten, Janis Isaman, op de website Elephant Journal, waar Nicole Cameron de hoofdredacteur is. Met toestemming van Janis delen we de tekst hier. We beginnen met de eerste helft en voegen aan het einde wat overwegingen toe; volgende week delen we de tweede helft.
>>>>>>
Feiten versus Gevoelens: wat ik heb geleerd van een jaar studeren bij Dr. Gabor Maté
Ik hoorde mezelf zeggen: “Het voelt alsof ik twee ben.”
Mijn keel was droog en ik voelde een hittekolom in mijn borst. Een golf van inwendige druk snelde naar mijn oren en creëerde het gevoel dat die moesten ploppen, alsof ik in een vliegtuig zat. De diepe leegte in mijn maag leek mijn lichaam op te slokken.
Ik zat aan de telefoon met een vriend die me net had verteld dat hij niet beschikbaar was om te praten.
Ik kan me niet herinneren wat ik nog meer zei, aangezien de gewaarwordingen van mijn lichaam me helemaal verzwolgen. Ik bracht de hele volgende dag door met beoordelen, analyseren en me zorgen maken. Ik begreep niet dat ik werd getriggerd.
Dat zou echter helemaal veranderen toen ik begon aan de professionele jaartraining bij Dr. Gabor Maté.
Een van de belangrijkste dingen die ik tijdens mijn opleiding heb geleerd, is dit:
Het verhaal doet er niet toe.
Onze cultuur leert ons verhalen te vertellen. Als iemand ons pijn doet, vertalen we de gebeurtenissen naar tekst, zelfs als we ze hardop uitspreken: “en toen zei hij,” “en wat gebeurde er”, “en dan, ik bedoel, je gelooft dit niet…”
Meestal veranderen we ons leven in wetenschappelijke dagboeken van details en feiten en gebeurtenissen, waarvan een groot deel wordt gefilterd door de lens om te bewijzen dat we gelijk hebben of om onszelf te verdedigen, zodat we correcter kunnen zijn dan de andere persoon.
Ik begreep niet visceraal dat verhalen geen feiten zijn. En dat percepties van wat er is gebeurd geen gevoelens zijn.
Percepties zijn interpretaties en het vertellen van verhalen vereist dat we geen verantwoordelijkheid nemen voor onze coping-mechanismen of triggers.
Met Compassionate Inquiry, de therapeutische benadering van Dr. Maté, leerde ik mijn emotionele ervaring te benaderen alsof het een doktersbezoek was. Ik oefende met het analyseren van mezelf en mijn ervaringen door middel van de gewaarwordingen in mijn lichaam in plaats van in mijn brein.
Ik leerde mezelf belangrijke vragen te stellen, zoals:
>> Wat gebeurt er voor mij?
>> Hoe voelt mijn huid aan? Welke sensaties zijn er aanwezig in mijn buik? Mijn borstkas? Mijn ruggengraat? Mijn rug? Mijn nek? Mijn gezicht?
>> Voel ik een temperatuurverandering? Waar zit die sensatie? En wat is het sentiment? Brandt het? Schroeit het?
>> Wat is het gevoel dat ik ervaar? En tot slot: wat voor betekenis geef ik aan wat het zegt over mijzelf? Hoe oud is deze herinnering? Hoe oud ben ik?
Deze verbazingwekkend eenvoudige vragen, deze benadering, veranderden de wijze waarop ik omga met mezelf, met mijn lichamelijke gewaarwordingen, mijn emotionele ervaringen en mijn triggers.
Ik ben, zoals velen van mijn leeftijd, opgevoed met de opdracht mijn emoties af te zwakken. Intelligentie en rationeel denken waren de beste instrumenten om in de gunst te blijven.
Ik herinner me dat ik schreeuwde toen een spin op me klom. Ik zat op mijn driewieler op het pad achter ons huis. De langpootspin kietelde mijn linkerbeen, maar toen ik naar beneden keek, leek het beest een enorme oppervlakte van mijn been in beslag te nemen.
Angst overviel me en ik verstijfde, terwijl ik voelde en keek naar de in mijn beleving gigantische spin die zich een weg baande naar mijn bovenlijf. Ik begon te schreeuwen – bloedstollend.
Mijn vader liet aan de andere kant van het erf zijn gereedschap vallen en rende naar me toe. Toen hij ontdekte dat het maa
er een spin was, blies hij hem eraf en zei hij tegen me: “Het is maar een spin. Maak de volgende keer niet zoveel lawaai.”
Hij vroeg me nooit waarom ik schreeuwde of wat er in mijn lichaam gebeurde. Hij heeft nooit bevestigd dat veel mensen bang zijn voor spinnen, vooral kinderen.
Hij erkende nooit mijn angst.
Toen ik drie was, leerde ik dus al om ervoor te zorgen dat mijn emotionele reactie nooit groter was dan het verhaal zelf, met als doel anderen gunstig te stemmen en te overleven door middel van genegenheid, eten en onderdak.
Ik werd een begenadigd verhalenverteller. Woorden en precisie waren belangrijk voor mij. Een enkele gebeurtenis tijdens een uitgaansavond was gespreksstof voor tientallen minuten of bijna uren praten tijdens een drankje.
Ik volgde schrijflessen en raakte geobsedeerd door permanente educatie. Feiten. Certificeringen. De stevigheid van het geschreven of gesproken woord hield mij in haar greep, omdat het de manier was waarop ik toegang kon krijgen tot mijn ervaringen en contact kon maken met anderen.
Niemand had me ooit verteld dat het verhaal er niet toe deed.
>>>>>>
Het verhaal… een fascinerende manier om te kijken naar wat er gebeurt.
Janis vertelt hoe haar vader niet in staat was om zich in haar te verplaatsen en echt te herkennen en te erkennen wat haar emotie was, hoe bang ze was door wat ze zag als een enorm dier dat op haar lichaam kroop. Hij concentreerde zich op het verhaal, op de feiten van wat er gebeurde vanuit zijn perspectief, dat heel anders was dan het perspectief van zijn dochter en haar gevoelens. Janis brengt hiermee een cruciaal punt naar voren. Het kleine driejarige meisje van toen, was volledig afhankelijk van de zorg en troost van haar ouders. Om de wereld te begrijpen en te leren zichzelf te reguleren, was het nodig dat ze zich welkom voelde met al haar emoties, zoals woede, schaamte, vreugde, verdriet en in dit geval angst. Als er ruimte is voor alle emoties van het kind, zal het kind ervaren dat de wereld een veilige plek is en dat een gebeurtenis met grote emoties draaglijk is: ‘name it to tame it’ – benoem het om het te temmen. Als dat leerproces goed verloopt, worden emotionele toestanden iets van voorbijgaande aard. Ze kunnen intens zijn, maar ze gaan voorbij.
Als het kind bij schokkende gebeurtenissen geen kalme en stabiele veiligheid ervaart van gereguleerde volwassenen (soms ‘bufferende bescherming’ genoemd), raken de emotionele toestanden die slechts tijdelijk horen te zijn, ingebed in het lichaam en het wezen van het kind. Dit wordt soms omschreven als ‘states become traits’ – toestanden worden eigenschappen. Als we ons vaak onveilig voelen op een leeftijd waarop ons brein zich nog volop aan het ontwikkelen is, kunnen we mentale basisinstellingen creëren zoals (maar niet beperkt tot) alertheid, wantrouwen, teruggetrokkenheid of agressie. Deze ontstaan om ons te beschermen. Als we ons niet veilig voelen om al onze emoties te uiten, omdat ze niet worden opgemerkt door onze primaire verzorgers of omdat ze worden afgedaan als ‘overreageren’, vinden we andere manieren om met lastige situaties om te gaan. Onze drang tot overleving kan leiden tot gedragingen die er opnieuw op zijn gericht om onder allerlei omstandigheden onze veiligheid te waarborgen, maar die op de lange termijn schadelijk zijn. We kunnen geneigd zijn anderen te pleasen, zodat ze vriendelijk blijven en niet vijandig worden (wat onze veiligheid zou bedreigen). We kunnen onbewust besluiten dat de behoeften en opvattingen van anderen voorrang hebben op die van onszelf. Dat kan leiden tot de overtuiging dat het tonen van authenticiteit zowel riskant als arrogant is (wat wederom onze veiligheid in zou bedreigen). En hoe functioneel en beschermend dit alles ook mag zijn als we afhankelijke kinderen zijn, later wordt het meestal disfunctioneel en wordt het een hindernis in het streven naar soepele interacties met anderen, naar het genieten van uitdagingen, naar het gevoel van vreugde en vertrouwen in de wereld.
Volgende week lezen we de tweede helft van Janis’ ervaring, waarin ze zich richt op de lichamelijke gewaarwordingen.