Aspecten van (on)veilige hechting – een teamtraining

De training zat al zo lang in de pijplijn en toch kwam het er maar niet van. Drukte aan alle kanten, moeite om agenda’s te synchroniseren, knelpunten in de budgettering… wanneer zou het lukken? Mijn contactpersoon en ik hadden geregeld even contact in een poging heel concreet een teambijeenkomst voor te bereiden, maar toch bleef het erbij. Nu hadden we eindelijk een datum kunnen vinden en vanuit mijn passie voor het onderwerp had ik natuurlijk gretig ‘ja’ gezegd. De kennis moet de wereld in! Mensen hebben er recht op om inzichten aangereikt te krijgen die hen helpen hun eigen verdriet beter te begrijpen en te doorgronden waar ‘slechte gewoontes’ vandaan komen! Dus ja, laten we met die groep bij elkaar komen en kennis delen!

Toen ik kort tevoren met de voorbereiding bezig was, realiseerde ik me dat we helemaal niet over een vergoeding voor mijn werk hadden gesproken. Ik gooide het financiële balletje in de app. “Even bellen?”, was het antwoord. Na een paar minuten was de conclusie: “Als ik zo kort van tevoren nog een vergoeding moet afstemmen, dan zeggen ze waarschijnlijk dat de training maar niet moet doorgaan, dus als je erop staat, dan moeten we cancellen en zoeken we een nieuwe datum.” We zaten aan weerszijden van de lijn samen in een impasse. Was dit wat we wilden? Nee. Begrepen we elkaars standpunt? Ja. We brainstormden vervolgens oplossingsgericht. Trainingen geven die zowel bewoners als hun begeleiders ondersteunen in traumasensitief handelen – dat is gewoon waarde toevoegen en dat verdient een eerlijke beloning, ook als het moeilijk is daarvoor budget vrij te maken. Een zorginstelling runnen op een manier die loskomt van de standaard geprotocolleerde vormen en veel meer recht doet aan het persoonlijke verhaal – dat is gewoon waarde toevoegen en dat verdient een eerlijk budget, ook als het moeilijk is dat te vinden. Hoe zouden we het dilemma dat werd veroorzaakt door een alom ervaren geldgebrek kunnen aanpakken? We vonden een mooie oplossing: ik zou de afgesproken training geven en als tegenprestatie zouden we een ontmoeting met de directeur van de stichting plannen om te onderzoeken hoe mijn expertise breder zou kunnen worden ingezet en tot een betaalde trainingenserie voor de totale organisatie zou kunnen leiden. Bij de nu geplande training zouden ook een orthopedagoog en een groepsleider aanwezig zijn, zodat ook zij een indruk zouden krijgen van wat ik te bieden had. Zo spraken we het af en we waren wederzijds blij met deze beslissing.

De dag was daar; ik belde mijn contactpersoon dat ik in het pand was gearriveerd. Hij nam niet op. Ik wachtte even en belde nogmaals: “Ja, ik kom zo, maar we zitten in een zeer heftige bespreking en ik kan nu niet weg. Ga maar even zitten beneden.” Oef… ik proefde de spanning. Even later kwam hij beneden: “Hoi! Goed dat je er bent! Ja, het was nogal heftig en ik kan er verder met geen woord over reppen – zo ingewikkeld was het. Kom maar, ik neem je mee naar boven.” We liepen de trappen op en ik betrad de trainingsruimte. Die was luidruchtig en nog aardig gevuld. Sommigen waren even naar buiten voor een sigaret of om een luchtje te scheppen, maar de spanning hing nog in de zaal. Ik pakte mijn tas uit, sloot mijn laptop aan, legde de uit te delen materialen klaar en schonk mijzelf een kop thee in. Ik was benieuwd wat er zou gebeuren.

Toen iedereen binnen was, deelde ik een print van de Mood Meter uit, ontwikkeld door Marc Brackett. Ik zei dat ik had begrepen dat ze met z’n allen een heftige vergadering hadden gehad en dat het nogal uitmaakt hoe je stemming is, als je met elkaar aan de slag gaat. Ik zei daarom even een rondje te willen doen om die stemming te peilen. Er kwam heel wat voorbij: zorgelijk, geïrriteerd, onrustig, teleurgesteld, pessimistisch, pissig, moedeloos, moe, geschokt, driftig… Gelukkig waren er ook wat mensen die noemden dat ze zich rustig voelden, ontspannen, hoopvol. De hoge, onaangename energie had echter duidelijk de overhand. Ik legde uit dat als die de overheersende stemming bepaalt, het waarschijnlijk moeilijker is om op te letten, om gefocust te blijven en nieuwe kennis op te nemen. Ik gaf aan dat het fijn is als er in zulke omstandigheden ook mensen zijn die wél kalm kunnen blijven en die kunnen helpen om de onrust van anderen te co-reguleren, zodat je samen weer tot een meer rustige, minder stressvolle gemoedstoestand komt.

Zodoende zaten we al na vijf minuten volop in alles wat te maken heeft met veilige en onveilige hechting, met stressregulatie, met gebalanceerd kunnen functioneren, met je al dan niet kunnen inleven in wat de ander doormaakt en wat die nodig heeft. Het was goed om dit te weten; mij hielp deze inventarisatie enorm, want ik merkte wel dat de stemming een beetje wild en losgeslagen was. Ze hadden allemaal nauwkeurig de kop erbij moeten houden in de vergadering en ze waren, na de eigenlijk te korte pauze, bij aanvang van mijn verhaal nog niet werkelijk tot rust gekomen. Ik voelde dus geen ergernis of ongeduld toen ik merkte dat ze over en weer begonnen te klieren en met plagerige en humorvolle opmerkingen op elkaars inbreng reageerden. Ze moesten nog uitrazen. Dit ging niet over mij; dit ging over het probleem dat ze hadden besproken en wat dat in hen had losgemaakt.

Desondanks had de teamleiding wel de wens dat ze wat van mijn verhaal zouden opsteken en na een paar minuten werd toch van iedereen gevraagd om de aandacht weer centraal te houden. Ik vroeg ze op alfabetische volgorde te gaan staan en in duo’s drie vragen te beantwoorden: naam, leeftijd en geboorteplaats; het moeilijkste in contact met anderen mensen; het belangrijkste doel in hun werk. Na wat puzzelen hadden ze allemaal een gesprekspartner en werd er uitbundig uitgewisseld. Vervolgens mochten ze hun buurman of buurvrouw aan mij voorstellen en daarbij kwamen eveneens hechtingsgerelateerde aspecten aan het licht. Hoe moeilijk of gemakkelijk is het om goed te luisteren en goed te reproduceren wat de ander je heeft verteld? Hoe open ben je in het beantwoorden van de vragen? Hoe kwetsbaar durf je jezelf te maken? Vertel je graag of luister je liever? Voelt het als een kans of als een bedreiging om iets over jezelf te vertellen? Moedig je de ander impliciet aan tot openheid door jezelf als eerste bloot te geven of geef je sociaal wenselijke antwoorden? Moet je lang nadenken over je persoonlijke eigenschappen en idealen of heb je die scherp voor ogen?

Bij de terugkoppeling bleken er duidelijk verschillen te zitten in de mate van kwetsbaarheid die iedereen had kunnen opbrengen: zelfbescherming is soms nog onontbeerlijk. Tegelijkertijd waren er prachtige overeenkomsten. Het was mooi om te horen dat er over de hele linie zoveel motivatie was om een positief verschil te maken voor bewoners en cliënten. Ook was er duidelijk een drive om onrecht te uit te bannen, kwaliteit van zorg te bieden, vertrouwen, eerlijkheid en veiligheid te stimuleren.

Bij mijn uitleg over ACE’s deelde ik het scoreformulier uit. Om de veiligheid en privacy van alle aanwezigen te waarborgen (zeker na de heftige vergadering waarvan ik vermoedde dat die een link had met ACE’s), voegde ik er een klein blanco papiertje aan toe waarop mensen hun score konden noteren. Dubbelgevouwen ingeleverd bij mij hoefden ze niks hardop te zeggen en wist zelfs ik niet welke van wie was. De scores waren toch wel weer indrukwekkend. Er was gelukkig ook vijf keer een nul, maar daarnaast een 6, een 7, twee keer een 8, een 9 en twee keer een 10. Een groep van zo’n twintig mensen en zeven mensen met 6 of hoger… dat is niet niks. Dat betekent dat er veel pittige levenservaring in het team aanwezig is, om het eufemistisch uit te drukken. Het was dan ook niet heel verwonderlijk dat er halverwege mijn verhaal wat mensen vertrokken. De combinatie van de vergadering met wat ik te vertellen had, was te veel voor ze. De groepsleiding ging daar bewonderenswaardig mee om. Men gaf expliciet aan dat iedereen daarin goed voor zichzelf mocht zorgen en dat het verlaten van de bijeenkomst geen consequenties had voor de positie in het team.

Eén van de teamleden was Joy, wier verhaal we afgelopen week publiceerden als blog. Het team luisterde met aandacht naar haar, ondanks de vermoeidheid bij velen. Dit was hun collega en ze vertelde open over de ellende die ze had moeten doorstaan. Velen waren lovend over hoe ze haar eigen ervaring inzet in contact met bewoners en hoe haar rauwe kindervaringen daarin juist van enorm waardevolle betekenis zijn. Het was mij een genoegen haar een exemplaar van het boek van José Al over vroegkinderlijk trauma te mogen overhandigen, als dank voor haar blog en als aanmoediging voor haar werk.
De training krijgt binnenkort vast en zeker een vervolg en ik kijk ernaar uit om deze gemotiveerde mensen te ondersteunen bij hun belangrijke werk!

Geplaatst in Diversen, Uncategorized.