Geen fouten, maar een gedeelde zoektocht
Onlangs kregen we via iemands Facebookpagina een bericht onder ogen over een artikel van Ouders van Nu. Er ontspon zich onder de lezers van het bericht een discussie over onder andere de vraag of het wel was geschreven voor ouders van ‘nu’, of meer voor ouders van ‘vroeger’. Ook vonden diverse mensen de toon betuttelend en ze hadden moeite hadden met de stelligheid van bepaalde formuleringen, om te beginnen het woord ‘fouten’ in de titel.
De tekst van het artikel is niet super recent, maar van 2021. Toch waren vorig jaar rond deze tijd de inzichten ook al wel zodanig dat er hier en daar kanttekeningen te plaatsen zijn bij de boodschap aan jonge ouders. Die verdienen eerlijke informatie en ondersteuning in hun totaal nieuwe zoektocht, geen negatief oordeel over hun keuzes. We willen daarom graag wat aspecten bespreken die van invloed kunnen zijn op de veiligheidsbeleving van zowel het kind als de ouder in de ouderrol. Die veiligheidsbeleving is van grote invloed op hoe we ons als mens ontwikkelen en daarmee ook op onze totale gezondheid.
Laten we inderdaad beginnen met de titel: fouten. Dat is een lastige opening. Wat betekent het voor kersverse ouders om te lezen dat keuzes die ze maken ‘foute’ keuzes zijn…? Op een wat fundamenteler niveau: wie bepaalt wat ‘goed’ of ‘fout’ is…? Is daarop een eenduidig antwoord te geven? Hoe beïnvloedt onze cultuur de ideeën daarover? Hoe hangen dat soort ideeën samen met normen en waarden en visies op wat de verantwoordelijkheid is van ouders richting hun baby? Hoe kijken we naar de taak die je als ouders hebt? Daarin kunnen we ons een heel continuüm voorstellen, van een lastige, afmattende opgave waar je je doorheen moet werken tot je kinderen eindelijk op eigen benen staan… tot aan een eervolle, vreugdevolle taak waarin je een totaal afhankelijk mensje naar volwassenheid mag begeleiden… en alle gradaties van ervaringen daartussenin. Nog meer vragen: wat zegt de wetenschap zegt over de behoeften van kinderen en wat vinden we daarvan? Hoe zit het met de rechten van kinderen om hun evolutionair ingeprente behoeften bevredigd te krijgen? Hoe bekend zijn die behoeften in de samenleving als geheel? De antwoorden op dit soort vragen bepalen hoe we met die kleine wezentjes willen omgaan zolang ze voor hun overleving en welzijn nog volledig van ons als volwassenen afhankelijk zijn.
Slapen: velen denken dat het iets is wat een baby moet leren, maar dat is natuurlijk niet zo. Baby’s slapen immers al in de baarmoeder. Ze kunnen dus al slapen voordat ze geboren zijn. Wat we mogelijk wél vaak doen, is ze een ervaring van onze wereld meegeven die het moeilijker voor ze maakt om zich vol vertrouwen aan die slaap over te geven. Wanneer zien we zelf tegen de nacht op? Wanneer kunnen we zelf de slaap niet vatten of worden we aldoor wakker en zoeken we naar troost en geruststelling midden in de nacht? En als we die nodig hebben… wat doen we dan? Hoe verhoudt zich dat wat we als volwassenen kunnen doen om onszelf te reguleren en weer in slaap te vallen tot wat een baby zelf in gang kan zetten? Wat is de definitie van een ‘makkelijke slaper’? Voor wie moet het ‘makkelijk’ zijn? Wat is de definitie van ‘goed slapen’? Wat is de definitie van ‘doorslapen’? Slapen we zelf altijd ‘door’, zonder ook maar één keer wakker te worden? En zo niet, waar komt dat dan van en wat doen we eraan (of ertegen)?
Huilbaby, loterij, ronken, terror: er worden allemaal woorden gebruikt die een sfeer neerzetten. Met een ander woord wordt dat wel ‘framen’ genoemd: je brengt iets op een bepaalde manier over om een visie te bewerkstelligen. Je wilt een bepaalde mening propageren en probeert de lezer of toehoorder daarvan te overtuigen door woorden te kiezen die die sfeer overbrengen. Hoe behulpzaam is het om uitingen van totaal afhankelijke baby’s, die voor alles wat ze nodig hebben zijn aangewezen op de bereidheid van hun verzorgers om dat in orde te maken, te ‘framen’ met negatieve termen? Als een baby niet goed kan slapen… voor wie is dat dan het ergst? Als een baby zich niet kan overgeven aan de slaap… hoe kunnen we de onrust van dat kleine kindje dan duiden? Wie kan daar welke dingen aan veranderen? Wat wordt er bedoeld met de aansporing je niet druk te maken over het slaapgedrag van je baby?
Op de bank in slaap vallen met je baby in je armen: er wordt gesteld dat dit één van de fijnste dingen in de wereld is. Dat is op zich een mooie stellingname. Er wordt echter vervolgd met de uitspraak dat dit gevaarlijk is, net als ‘bedsharing’ (je baby bij jou in bed laten slapen). Ten eerste is dat laatste niet waar, mits je aan een aantal voorwaarden vooraf hebt gewerkt. Ten tweede: hoe komt het dat ouders op de bank in slaap vallen met hun baby in plaats van in een veilig gemaakte setting in bed? Dat komt dikwijls omdat ze van zorgverleners en beleidsmakers en mediamensen aldoor opnieuw angst aangejaagd krijgen over samen slapen, terwijl de mensheid al millennia met de eigen kinderen samen slaapt. Vervolgens gaan ze op een bank of stoel zitten terwijl ouder en kind beide moe zijn, want de baby mee in bed nemen is ‘verboden’. De slaapplek delen is echter de norm voor zoogdieren, en dus ook voor de mens. Dat we baby’s apart te slapen leggen, soms in een andere kamer, is sociaal-cultureel en antropologisch gezien heel ‘weird’ en komt vooral voor in WEIRD-landen (Western, Educated, Industrialised, Rich, Democratic). Het is een historisch nieuwtje, een afwijking van wat we altijd hebben gedaan als mens. Gezien de enorme aantallen mensen die alleen maar met hulp van slaapmedicatie kunnen slapen, lijkt het geen slecht idee ons wat vaker af te vragen of al die slaapproblemen wellicht een culturele oorzaak hebben. Zouden ze hun oorsprong kunnen vinden in de kindertijd? Zouden ze gelieerd kunnen zijn aan wat ouders aangeraden en soms opgedrongen krijgen aangaande slaapgedrag…? Dat zijn misschien ongemakkelijke, maar wél belangrijke vragen om te stellen en te onderzoeken.
Slapen in een autostoeltje: dat is inderdaad niet zo’n heel erg goed idee. Slapen in een draagdoek is daarentegen heerlijk voor een baby. Als de doek goed is geknoopt en de baby ergonomisch verantwoord in de doek zit, is dit in alle opzichten een zeer heilzame slaapplek voor een jong kind en voor de ouder is het vaak een zeer praktische manier om de handen vrij te hebben terwijl baby slaapt.
Een bedomrander: hier wordt het risico van wiegendood genoemd. Het is inderdaad belangrijk om de slaapplek van een baby veilig te maken. Dat geldt zowel voor een ledikant (waar instructies voor afstand tussen de spijlen en matrasdikte en meer heel gewoon worden gevonden en zelfs aan wettelijke regelgeving zijn gebonden) als voor een volwassen bed waar het kind samen met de ouders in slaapt (een setting die meestal wordt omschreven als uitermate risicovol, ondanks het vele onderzoek dat het tegendeel laat zien). Het is trouwens interessant dat dit verschijnsel ‘wiegendood’ wordt genoemd. Het benoemt de plaats waar het kind sterft. Is die wieg misschien toch niet zo veilig als vaak wordt beweerd…? Hoe dan ook… wiegen zijn niet verboden. En in de tragische gevallen waarin een kind in het ouderlijk bed sterft… is er dan gekeken hoe de ouders eraan toe waren? Hadden ze gedronken, gerookt, medicatie gebruikt? Anders gezegd: lag het aan de slaapplek of aan de conditie waarin de ouders verkeerden? Ook hier is vaak sprake van negatieve framing.
Volgende week kijken we naar nog een aantal aspecten.