Professionals en ACE-bewustzijn, Aflevering 6 – Deze week: Jessica Boerema, Deel 1

Het is een zonnige zomerochtend als ik op mijn vouwfiets kom aanrijden bij mijn interviewee van vandaag, Jessica Boerema, jarenlang medisch pedagogisch zorgverlener en nu zelfstandig ondernemer in haar praktijk ‘Contact in Beeld’. Ik heb vanaf het station de stad doorkruist, die, ver in juli, nog steeds is overgoten met de zoete geur van lindebloesem. Het is pas elf uur, maar toch voel ik al klam aan als ik mijn fiets op slot zet. Op het raam prijkt een poster van Dunstan Babytaal, een methode waarmee ouders het huilen van hun kind beter kunnen leren herkennen en begrijpen. Ik bel aan en Jessica doet met een brede glimlach open. Ze leidt me door de hal en de keuken naar haar heerlijke tuintje. De gele puntwederik straalt me tegemoet, geflankeerd door donkerroze astilbe en een twee meter hoge boom met appels die nog volop aan het rijpen zijn. De in het voorjaar van elders naar hier verhuisde bessenstruik heeft prachtig wortel geschoten en de vruchtjes kleuren al fraai dieppaars. De blauwe deur van het fietsenschuurtje geeft in combinatie met de knalroze hortensia haast een Franse plattelandssfeer. Twee stoeltjes staan klaar en als de mokken op het tafeltje zijn gevuld met thee, smullen we van de koekjes en gaan we van start.

Hoe ben je gekomen waar je nu bent, vraag ik aan Jessica; ze geeft met haar praktijk ‘Contact in Beeld’ trainingen aan professionals en ouders om het belang te illustreren van effectieve communicatie met jonge kinderen op moeilijke en uitdagende momenten.
“Mijn baan als medisch pedagogisch zorgverlener in het ziekenhuis was mij op het lijf geschreven. In de klinische omgeving kan de stress heel snel oplopen en dan kun je voor een kind een cruciale rol spelen. Door goed te kijken en het kind te zien in wat het ervaart, kunnen we heel actief de medisch noodzakelijke behandelingen op een meer sensitieve manier geven. Natuurlijk moeten bepaalde dingen nu eenmaal gebeuren, maar kunnen we met elkaar écht het kind zien en het verhaal van het kind meewegen? Je kunt allerlei interventies immers op heel veel manieren aanbieden en uitvoeren!

Hoewel men enthousiast was over mijn werkwijze, was het soms ook wel moeilijk als solist in deze functie en ik wilde graag nog beter geschoold worden. Toen ik in 2017 werd opgeleid tot video-interactiebegeleider, begreep ik ineens waardoor dit werk zo bij mij paste. Ik zag mijn eigen interactie in beeld terug en bleek in staat om in moeilijke situaties, waarbij emoties bij het kind en de ouders opliepen, mijn basiscommunicatie op peil te kunnen houden. Ik kon rustig blijven, mijn woorden zorgvuldig kiezen en zo voor coregulatie zorgen en dus de stress bij de ander weer omlaag brengen. Deze inzichten hebben me zoveel gebracht! Als je contactmomenten op beeld bekijkt, kun je telkens opnieuw observeren en praten over de beleving daarvan. Videobeelden zijn voor ouders en professionals echte krachtige, positieve ‘eye openers’!
Ik heb sindsdien veel ouders gezien met zorgen over hun kind dat moeite had met poepen, eten of slapen. Via videobeelden ontdekten ze hoe ze hun kind met een goede basiscommunicatie konden ondersteunen door te focussen op contact en verbinding. Een mooi voorbeeld was een kind (3) met obstipatieklachten. Het kind miste de ontvangstbevestiging van de ouders over de angst om te poepen.  Door begrip en erkenning daarvan verdwenen de klachten als sneeuw voor de zon.”

Ik vraag Jessica of ze die term kan uitleggen, ‘ontvangstbevestiging’.
“Jazeker! Het eerste daarbij is kijken wat het kind laat zien met wat ‘ie doet of zegt en of je dat kunt volgen, of je het snapt. Van daaruit ga je kijken wat het kind nodig heeft; vraagt het kind iets aan jou, wil het gehoord worden, heeft het iets nodig? Door te benoemen wat je ziet (‘Je vindt het spannend, geloof ik, hè, om naar de wc te gaan?’), zorg je dat het kind zich gezien en gehoord voelt. Dat is een cruciale bouwsteen in de communicatie! Het is ook een heel andere benadering dan met dwang en overwicht te zeggen: ‘Je gaat NU naar de wc!’ Heel toevallig kwam ik niet zo lang geleden de moeder van dit kindje weer tegen. De moeder zag mij en zei: ‘Wow, jouw tips toen hebben me zóveel inzicht gegeven! Ze hebben me enorm geholpen en ik ben daardoor op een heel ander spoor gekomen en heb een carrièreswitch gemaakt: ik ben nu orthopedagoog!’ Dat vond ik zo bijzonder om te horen! Het punt bij dat kind (en ook in veel andere situaties) was dat door de zorgen van de ouders de communicatie verstoord raakte, met een haperende darmfunctie als resultaat en vervolgens een vicieuze cirkel in de totale interactie. We kennen dat allemaal wel, dat je je vakantiekoffer hebt uitgepakt en nog niet helemaal bent geland, en dat je dan ook niet goed naar de wc kunt. Hoe je je voelt, heeft effect op het hele systeem. De manier van communiceren, hoe de baby ter wereld is gekomen, hoe die is ontvangen, ook al bij de conceptie, zijn ervaringen… ik ben ervan overtuigd dat al die dingen met elkaar samenhangen. Samen met ouders naar de beelden kijken helpt hen bewust te worden hoe zij hun kind met behulp van een sensitieve en responsieve basiscommunicatie kunnen ondersteunen.”

Aansluitend op de invloed van de geboorte zegt ze: “Ik ben een aantal jaren geleden voor het eerst bij een presentatie van Anna Verwaal geweest en ik dacht wow… hier moet ik echt veel meer over weten en dus heb ik verdiepingsdagen gedaan. Ik zag op de afdeling veel ouders van excessief huilende baby’s en na deze scholing nam ik die kennis over pre- en perinatale psychologie mee in de anamnese. Daaruit bleek dat er vaak een belaste voorgeschiedenis was rondom de start van het leven van de baby. Dit bevestigde tevens hoe belangrijk het is dat we gezinnen in dagopname zien en opname zoveel mogelijk voorkomen: scheiding van ouder en kind is zo schadelijk!”Ik kijk Jessica aan en voor ik er erg in heb, zeg ik: “Wat is het heerlijk om jou dat te horen zeggen!”
Ze lacht breeduit: “Ja, met kennis van de pre- en perinatale psychologie is dat dat echt niet meer verantwoord. Met één of twee dagopnames kun je ouder en kind goed op weg helpen onder intensieve, afgestemde begeleiding. Bij voorkeur keken de kinderarts en ik echter al op de poli naar het ‘verhaal achter het verhaal’ en dan probeerden we in een veel eerder stadium ondersteuning aan te reiken, voordat het de ouders helemaal boven het hoofd was gegroeid. Dat was soms nog wel ingewikkeld, want veel ouders missen, net als nog veel professionals, de kennis die nodig is om te snappen waarom kinderen huilen en welke eerdere ervaringen daarin kunnen meespelen. Het idee dat de geboorte en de zwangerschap invloed hebben op hoe het kind functioneert…” Ze kijkt me schalks lachend aan en ik grijns terug, omdat ik voel waar ze heen wil: “… dat is nog niet voor iedereen vanzelfsprekend! En toch… als je dan praat over de invloed van roken en alcohol op het ongeboren kind… dan snappen mensen ergens natuurlijk wel dat het idee dat een kind in de buik niks meekrijgt van het leven van de moeder gewoon niet houdbaar is.”

We praten door over hoe moeilijk het is om te zien dat kinderen en ouders op dit punt nog dikwijls tekort wordt gedaan. Wanneer deze kennis eenmaal integraal onderdeel is van je professionele bagage, is het onmogelijk niet overal haar relevantie te zien. Tegelijk kan het ook heel ingewikkeld zijn om een goede vorm te vinden voor het delen van dit soort kennis. Jessica: “Wie op geen enkele manier met deze inzichten in aanraking is gekomen, of wie merkt dat ze volledig botsen met wat er in de eigen opleiding over werd gezegd, kan er een hele kluif aan hebben om ze naadloos in te passen in de eigen handelwijze. Het helpt dan wel om wetenschappelijke onderbouwing te kunnen lezen, maar dan nog vraagt het tijd en toewijding om je de stof eigen te maken. Daarbij helpt het natuurlijk als je een open leerhouding hebt! Als je bewust onbekwaam bent (je weet wat je niet weet) en eens gaat zitten met iemand die er al meer van weet en dan een training of workshop volgt, kun je je eigen kennis uitbreiden. Da’s geen zwaktebod, maar juist een heel krachtige, professionele stap om te zetten!”
Ze vertelt over een andere methode die ze veel gebruikt, namelijk die van Dunstan Babytaal, over het duiden van het huilen van pasgeborenen, en wat haar betreft geldt dat niet één methode altijd waar of de juiste is. Er zijn veel methodes en toepassingen waar een bepaalde hoeveelheid waarheid in zit, maar niet voor iedereen past alles. “In mijn visie maak je altijd eerst de anamnese op, luister je naar het verhaal dat erachter zit en daarna kijk je wat helpend is.”

Volgende week luisteren we verder naar wat Jessica vertelt over het helende effect van kijken naar beelden en hoe dat leerproces de basiscommunicatie en het gevoel van veiligheid en competentie voor alle gezinsleden ondersteunt.

Geplaatst in Interviews professionals.