Een dialoog over verbindend opvoeden, Deel 2

Vorige week deelden we Deel 1 van een dialoog die ACE Aware NL had met Anky De Frangh van ‘Verbindend Opvoeden’ naar aanleiding van een Instagram-post. Vandaag lees je Deel 2.

De begeleidende tekst van de Instagram-post ging als volgt verder:
Dat [ontbreken van bepaalde vaardigheden bij kinderen] betekent dus dat niet alle driftbuien te voorkomen zijn, maar je kan als ouder wel heel veel doen om driftbuien zoveel mogelijk te voorkomen én om je kind te ondersteunen in zijn of haar ontwikkeling. Ook jouw aanpak tijdens een driftbui is heel erg belangrijk!”

Marianne: Precies! Dit klinkt als een raak statement. De rol van de ouders is cruciaal in hoe het kind reageert op een situatie waarin de veiligheidsbeleving onder druk staat of waarin het kind zich niet gehoord en gezien voelt. De gemoedstoestand van de ouders is ook van invloed op hoe frequent zich dat soort situaties voordoen.

Anky: En daar gaat eigenlijk heel de masterclass en ook de cursus emotiecoaching over. Dat vertel ik ouders alleen niet meteen bij de start. Door ouders op een zachte manier mee te nemen in het verhaal, begrijpen ze zelf welke cruciale rol zij spelen en zijn ze vanzelf bereid om dingen bij zichzelf te veranderen en aan te pakken.

“Wanneer kinderen emotioneel competenter worden en hun emoties dus beter leren herkennen, benoemen, verwoorden, begrijpen en reguleren, neemt de frequentie, de intensiteit en de duur van driftbuien af.⁠⁠ En dat zijn allemaal dingen die jij als ouder mee kan ondersteunen.”

Marianne: Enerzijds helemaal waar! Anderzijds… kinderen zijn emotioneel vaak veel competenter dan volwassenen: ze voelen feilloos aan dat er iets mis is en dan roepen ze om hulp. Om duidelijk te maken wat er aan de hand is, hanteren ze echter instrumenten waarmee volwassenen moeilijk uit de voeten kunnen. Daarmee is de kern eigenlijk dat volwassenen vaak de competenties missen om te begrijpen wat het kind vertelt en van welk probleem het gedrag of de uiting een signaal of een symptoom is. Door te zeggen dat het kind nog onvoldoende competent is, kan er gemakkelijk een framing ontstaan van het kind als een niet volwaardig individu.

Anky: Daar kan ik me in vinden. De oorzaak van veel frustraties zit hem echter wel vaak ook in het feit dat ze nog niet altijd de woorden hebben om zich uit te drukken (en uiteraard is dat altijd in combinatie met een zorgfiguur die het dan niet lijkt te begrijpen). Daarom zien we ook meer driftbuien bij kinderen die bijvoorbeeld een taalontwikkelingsstoornis hebben. Dat kinderen emoties beter kunnen aanvoelen, doorvoelen en er kunnen laten zijn, daar ben ik het volledig mee eens. Het is pas in interactie met anderen dat we dit als mens ‘afleren’ of gaan onderdrukken. Ook daar is in de cursus ontzettend veel aandacht voor en daar maak ik ook op de sociale media goed ruimte voor.

Marianne: Dat is mooi, want als het kind als onvolwaardig wordt neergezet, blijft de rol van de ouderlijke incompetentie buiten schot. Dat is ethisch gezien lastig, want wie groter en sterker is, draagt een verantwoordelijkheid om het kleine en kwetsbare te beschermen. Het Verdrag van de Rechten van het Kind beschrijft die verantwoordelijkheid op allerlei manieren. Als volwassene ‘achterover leunen’ totdat het kind ‘competenter’ is geworden, lijkt daarom niet gepast. Volwassenen kunnen onderzoeken hoe zij zelf competenter kunnen worden in het verstaan en spreken van, en zich verbinden met de taal van het kind. Daarmee kan de ouder inderdaad (de ontwikkeling van) het kind enorm ondersteunen en het kind een gevoel van veiligheid bieden dat een leven lang van grote waarde blijft. Zo kunnen ouders en andere volwassenen een krachtig neurofysiologisch en stressregulatiesysteem helpen bouwen.

Anky: Zeker; in de masterclass gaan we ook uitgebreid daarop in!

“Je ontvangt nadien van mij ook de slides en enkele handige handouts met tips rond het aanleren van alternatief gedrag én hoe je als ouder zelf kalm kan blijven.”

Marianne: De tekst lijkt met ‘aanleren van alternatief gedrag’ op het kind te doelen. In het licht van het voorgaande is waarschijnlijk de vraag gerechtvaardigd of het niet de ouder is die nieuwe vaardigheden moet aanleren. Als flora niet gedijt, wijt je dat niet aan de bloem of plant, maar aan de omgeving (aarde, licht, water, voedingsstoffen). Dat principe verdient ook ten aanzien van kinderen veel meer maatschappelijke aandacht.

Anky: Zeker mee eens dat dit principe op de voorgrond moet staan. Dat is ook de reden dat ik als kinderpsychologe steeds minder met kinderen individueel werk en de focus leg op ouders. Ik vind het echter ook belangrijk om een evenwicht te bieden voor ouders die heel streng zijn voor zichzelf of die op den duur door de bomen het bos niet meer zien, omdat er zoveel dingen zijn die ze ‘moeten’ doen om het ‘goed’ te doen of waarvan ze denken dat ze die aan zichzelf moeten veranderen.

Marianne: Dat is mooi om te horen, dat je de focus bij de ouders legt! Belangrijke vragen zijn dan: ‘Wat heeft het kind nodig? Waarom gedijt het niet? Wat kunnen we bieden?’

Anky: Het grootste deel van de cursus emotiecoaching en de masterclass gaat inderdaad om het aanleren van alternatieve vaardigheden en alternatief gedrag voor ouders zelf. Een mini-stukje gaat over welk alternatief je je kind zou kunnen aanleren (door dit als ouder zelf voor te leven en dus ook je gedrag te veranderen) om met grote emoties om te gaan. Ik schenk daar heel bewust aandacht aan, omdat ouders hierover vaak vragen hebben en daarvoor is de masterclass ook bedoeld.

Marianne: Wat goed! Door de vraag over wat het kind nodig heeft, blijvend te stellen kunnen we de Adult Supremacy voorkomen, een concept dat in onze eerdere blogs al aan de orde kwam, de machtspositie waarin de belangen van de volwassene het welzijn van het kind overtroeven.’

Anky: Interessant! Als ik tijd heb, ga ik er eens over lezen; ik kijk er erg naar uit!

We rondden via e-mail de dialoog af. En over de oorspronkelijke post, die deze tekst bevatte:

Reminder: De driftbuien van je kind zeggen niets over jou als ouder, maar zeggen iets over de ontwikkelingsfase waarin je kind zich bevindt.

Wat brainstormen daarover leidde tot een suggestie voor een alternatieve formulering, waarover ook Anky enthousiast was:

“Driftige boosheid (een ‘driftbui’) zegt iets over de gemoedstoestand van je kind; de mate waarin jij je kind veiligheid kunt bieden bij zulke stress, zegt iets over jouw ontwikkeling als ouder.”

We wisselden nog wat zaken uit en dit was de conclusie van Anky:

Ik denk dat we inderdaad heel erg op dezelfde lijn zitten. Ik ben denk ik wel wat minder bewust of wat nonchalanter in mijn taalgebruik. Ik ben er echter van overtuigd dat we daarmee in de masterclass rond driftbuien en de cursus emotiecoaching heel genuanceerd omgaan, zorgvuldiger ook dan op een medium als Instagram mogelijk is. Tegelijkertijd vind ik het wel heel fijn dat de tekst je zo aan het denken heeft gezet! Zo krijg ik ook jouw ideeën erover en zo kunnen we allebei onze blik verruimen en nog weer wat bewuster ons taalgebruik inzetten voor onze doelen!

Al met al was het een mooie uitwisseling met Verbindend Opvoeden en de volgende dag wees Anky ons op de nieuwe Insta-post: “Helping your kid to manage their emotions requires you to learn to manage yours first” met een prachtige caption erbij. Wat heerlijk en bemoedigend om telkens weer accounts te leren kennen en de mensen erachter die zich inzetten om via de heling van de volwassenen onze jongste burgers met meer zachtheid te bejegenen! Wie weet moeten we ook nog eens aanhaken bij Anky’s masterclass…?

Geplaatst in Diversen.