‘Via veiligheid naar veerkracht’ – het ontstaan van het Vakblad Vroeg-artikel, Deel 2

Afgelopen week bespraken we hoe zelfs subtiele verschillen in bewoording een onwelkom machtsverschil tussen volwassenen en kinderen kunnen introduceren. Deze week bespreken we het belang van het benaderen van moeilijke situaties als een kans voor een leerproces en hoe dat een hoopvolle manier is van het kijken naar een kloof in kennis.

Leren vereist meestal intense nieuwsgierigheid, wat min of meer gelijk staat aan moed, omdat je, vooral met betrekking tot traumabewustzijn, dapperheid en kwetsbaarheid nodig hebt die je in staat stellen om moedig en met heel je hart te luisteren naar de levenservaring van mensen, open en zonder oordeel. Naast iemand zitten, het heftige verhaal aanhoren en ‘holding space’ bieden is mogelijk iets wat we tijdens ons opgroeien niet hebben meegekregen, dus het vereist een leerproces. Dit is een aspect dat we eveneens inbrachten in het artikel. Kijk maar eens naar deze twee zinnen:

Daarom is het van belang dat volwassenen de behoeftes en de pijn van een kind kunnen herkennen.
Om te begrijpen wat een ander doormaakt, is oprechte nieuwsgierigheid nodig, het verlangen om het levensverhaal van de ander zonder oordeel te (leren) begrijpen.

In de eerste zin wordt aangegeven dat het herkennen van behoeftes belangrijk is. Daarover waren we het eens; dat is inderdaad van uitzonderlijk groot belang. Tegelijkertijd is het herkennen niet iets wat je nu eenmaal wel of niet kunt. De meeste dingen in het leven zijn te leren, als leerling-in-wording intrinsiek gemotiveerd is en de toegevoegde waarde ziet van wat er te leren valt. In de eerste zin is het echter zo dat je het wel of niet kunt en dit kan het gevoel geven dat je in de ‘verkeerde’ categorie zit. Het kan gemakkelijk worden gevoeld als een oordeel: ‘Je zou dit al moeten kunnen; zo niet, dan schiet je tekort.’
Dit is de reden dat we het anders hebben verwoord en ‘leren’ hebben toegevoegd. Als je eenmaal onderkent dat iets zowel belangrijk is als te leren valt, zitten mensen niet langer in één van twee categorieën (je kunt het of je kunt het niet), maar op een continuüm van minder of meer gevorderd als leerling. Dit biedt hoop en vriendelijkheid. Door ‘leren’ toe te voegen, is er sprake van een proces, niet van een onveranderlijke staat. Het neemt het oordeel weg en biedt daarvoor in de plaats compassie en vertrouwen: ‘Het is okay; jij bent okay! Dit is wat het kind nodig heeft en je kunt leren om het kind dat te geven, als je dat op dit moment nog niet kunt!’ Het voorkomt dat mensen de angst en schaamte moeten ervaren van een ‘loser’ te zijn of ‘niet goed genoeg’. Schaamte is één van de grootste blokkades op het pad van groei en ontwikkeling. Je kunt iemand niet dwingen iets te leren; de druk van het presteren, de angst om te falen en de stress van schaamte zijn in zichzelf al genoeg om een betekenisvolle leerervaring te verhinderen. Het enige wat je kunt doen, is een sfeer creëren die bemoedigt en aanmoedigt (letterlijk moed geeft), die uitnodigend is en uitdaagt om je ‘leerbaar’ op te stellen. Om dat te laten gebeuren hebben mensen meestal een gevoel van verbinding nodig, een gevoel dat ze gezien, gehoord en gewaardeerd worden, des te meer als er sprake is van veel onderliggende pijn, die wellicht naar buiten komt als boosheid, koppigheid of weerstand, om een paar verschijningsvormen te noemen.

Het beschrijven van belangrijke vaardigheden als zaken die je je hele leven lang kunt leren, zowel privé als in de werkomgeving of in de samenleving als geheel, is een teken van vertrouwen: ‘Toe maar! Je kunt het!’ Als we die lastige gesprekken kunnen voeren over wat kinderen nodig hebben en vaak nog ontberen, en we voegen daaraan het vertrouwen toe dat je als volwassene kunt leren om dat te bieden, dan werken we aan het voorkomen van (culturele en persoonlijke) intergenerationaliteit van ongezonde gewoontes. Je kunt echter alleen maar werkelijk iets leren, wanneer je je veilig voelt (daar heb je die psychoneuroimmunoendocrinologie weer!) en wanneer je weet dat je ook mag falen. Zonder toestemming om te falen of om hulp te vragen, zou het bijna dwaas zijn om een leerproces aan te gaan. Waarom zou je je leven, je imago, je sociale inclusie op het spel zetten door te proberen iets te bereiken waarvan je amper zeker weet of het zal lukken? Wie zou willen koorddansen zonder ervaring én zonder vangnet? Bovendien zul je in het algemeen alleen een bewust leerproces kunnen aangaan wanneer je je bewust bent van je incompetentie. Dit is andermaal een reden waarom je het nodig hebt je veilig te voelen en gesteund zonder oordeel, omdat de stress van onveiligheid ons in een vecht-of-vlucht-modus brengt; die laat geen effectief leerproces toe, alleen maar overleving.
Als leerprocessen moeilijk blijken te zijn, verdient daarom de volgende vraag aandacht: ‘Wat maakt het moeilijk om de verbinding tot stand te brengen, tussen de volwassene en het kind, en ook tussen de volwassene en diens eigen innerlijke kind?’ Het gaat allemaal om dat grote verschil tussen ‘Wat is er met je aan de hand?’ (oordeel, geen ‘holding space’, machtspositie) en ‘Wat is er met je gebeurd?’ (nieuwsgierigheid, verbinding, compassie, moed, gelijkwaardigheid), het verschil tussen ‘Wat is je probleem?’ en ‘Wat is je verhaal?’

Voor ons zijn bewoordingen die al deze onderliggende fysiologische processen respecteren van cruciaal belang en we zijn van mening dat we er ons als volwassenen van bewust moeten zijn dat kinderen voor zulke dynamieken geen verantwoordelijkheid dragen. Zij doen na wat hun omgeving hen voorleeft. Ze ervaren toxische stress als gevolg van de interactie met hun omgeving, die hun vaak ook nog toxisch taalgebruik aanreikt. De verantwoordelijkheid voor dit alles ligt dus bij de volwassenen om hen heen, waarbij het belangrijk is te onderkennen dat hoe meer de volwassenen te lijden hebben onder vroegkinderlijk trauma, hoe moeilijker het voor ze zal zijn om tot diepgaande reflectie te komen en dit vraagt op zijn beurt weer om compassie. Hoe meer veiligheid we ervaren, hoe meer moed we zullen hebben om onszelf kwetsbaar op te stellen, omdat we in een veilige omgeving niet steeds alert en op onze hoede hoeven te zijn voor dreigend gevaar. Wanneer we over vaardigheden spreken in termen van leerprocessen, in plaats van mensen in te delen als ‘competent’ of ‘incompetent’, wordt alles vriendelijker en dit zal leiden tot het terugdringen van toxisch taalgebruik, waarin tekortkomingen het uitgangspunt zijn.

Laten we, tot slot, terugkeren naar de vragen die de redactierondes inspireerden: Wat is de toegevoegde waarde van ACE Aware NL? Wat is er anders in jullie benadering? Wat is jullie kernboodschap?
De wetenschap heeft aangetoond dat we onze kindertijd niet achter ons laten. Ten goede of ten kwade blijft die bij ons en ze kleurt de manier waarop we in de wereld staan, de manier waarop we voelen, denken, ons gedragen in relatie tot anderen, en de manier waarop we reageren op de behoeften van onze jongsten en hoe we die koesteren, wat van invloed is op hun eigen start in het leven. Uiteindelijk begint een gezonde en rechtvaardige samenleving, met aandacht en compassie voor anderen en de leefomgeving, met een veilige kindertijd.
Dit betekent dat we ons niet slechts richten op baby’s en jonge kinderen, maar zeker ook op het ondersteunen van volwassenen voor hun eigen herstel van ACEs, waardoor ze vervolgens sensitiever en responsiever kunnen zijn in contact met kinderen en nieuwe ACEs kunnen worden voorkomen.
We hopen dat het artikel en deze twee blogs hebben laten zien dat we tot doel hebben om in Nederland bewustzijn aangaande ACEs te creëren, een bewustzijn dat versterking vereist en verdient op zowel het persoonlijke als het beleidsniveau, zoals in gezinnen, gemeenschappen, kindgerelateerde gezondheidszorg en landelijke instanties.

Op deze wijze zijn we in gesprek geweest met de Vakblad Vroeg-redactie en het was hartverwarmend om te ervaren dat wanneer we allemaal in die staat van nieuwsgierigheid blijven (‘Wat bedoel je hiermee?’, ‘Wat is de reden dat je dit erin/eruit hebt geredigeerd?’, ‘Hoe kunnen we binnen de woordlimiet voor twee pagina’s blijven en deze tekst zo krachtig en toegankelijk mogelijk maken?’), er veel kan worden bereikt!
We hopen dat het artikel je ondersteunt in je werk en we hopen je in de nabije toekomst te ontmoeten voor een ACE Aware NL-bijeenkomst of een filmvoorstelling. We willen met name Jan en Louise bedanken voor hun geduld en hun meedenken en we kijken ernaar uit om binnenkort weer samen te werken!

Geplaatst in Theorie.